utopie 2

Sociale Filosofie
Wat is een rechtvaardige samenleving?

INLEIDING

Zo’n 500 jaar geleden verscheen er een boek over een vreemd en onbekend eiland in de Stille Zuidzee. Het heette Utopia. In het boek beschrijft de Engelse filosoof  Sir Thomas More (1478-1535) de ideale samenleving. Volgens de schrijver waren de Utopiërs de gelukkigste mensen op aarde. Alle mensen liepen er in dezelfde, eenvoudige kleren, gemaakt van ongeverfde stoffen. Privébezit was er lang geleden afgeschaft, zodat diefstal op het hele eiland niet voorkwam. En hoewel het eiland een overvloed aan goud en zilver had, gebruikten de bewoners dit alleen voor kinderspeelgoed, pispotten en slavenkettingen.

Het boek Utopia bestaat uit twee delen. Het eerste deel is een kritiek. Hierin beschrijft More het leven in Engeland aan het begin van de zestiende eeuw. Tirannie en corruptie tieren welig. De kern van alle kwaad is het privélandbezit. De arme massa wordt uitgebuit door grootgrondbezitters, wat leidt tot toenemende criminaliteit. In het tweede deel vertelt de matroos Rafael Hythleday of Hyththlodaeus, die vijf jaar op Utopia heeft verbleven, in dialoogvorm over dit “aardse paradijs”.

UTOPIA
Er bestaat in Utopia geen privé-eigendom: alle gebruiksvoorwerpen en luxeartikelen zijn het gemeenschappelijk bezit van iedereen. Mede daardoor is het voor de regeerders kinderspel het algemeen belang te behartigen. Er zijn in Utopia vierenvijftig steden, die alle precies dezelfde plattegrond hebben. Een ervan is de hoofdstad. Alle straten zijn zes meter breed en alle huizen zien er precies hetzelfde uit, met één deur naar de straat en één naar de tuin. Op de deuren zitten geen sloten. Om de tien jaar wisselt iedereen van woning.

Alle mannen zijn op dezelfde manier gekleed en alle vrouwen ook. Elk gezin maakt zijn eigen kleding. Van mode is geen sprake. Zowel mannen als vrouwen werken zes uur per dag: drie uur voor het middageten en drie uur erna. Om acht uur ‘s avonds gaat iedereen naar bed voor een welverdiende nachtrust van precies acht uur. Vanaf vier uur in de ochtend worden er leerzame lezingen gegeven, die massaal bezocht word en. hoewel dat voor niemand verplicht is. Na het avondeten wordt er een uur aan sport en spel gedaan. Zes uur werken is voldoende, omdat er geen overbodig of onnuttig werk wordt verricht, ledigheid niet voorkomt en geen arbeid wordt verspild aan de productie van onnodige luxeartikelen voor de rijken. Als er een overschot aan goederen wordt geproduceerd, verkorten de regeerders eenvoudig de arbeidsduur voor enige tijd.

Sommige mensen worden uitverkoren om geleerde te zijn. Zij zijn vrijgesteld van ander werk, zolang zij althans als geleerde voldoen. Uit deze geleerden worden op democratische wijze de regeerders gekozen. Aan het hoofd van Utopia staat een vorst, die voor het leven is aangesteld, maar op grond van tirannie kan worden afgezet. Het huwelijk is in Utopia de meest gangbare samenlevingsvorm. Als een man of vrouw bij het aangaan van een huwelijk niet meer ‘ongerept’ blijkt te zijn, wordt hij of zij streng gestraft. Wel dienen bruid en bruidegom elkaar voor het huwelijk naakt te hebben gezien, want, aldus Rafael Hythleday, niemand koopt toch zeker een paard zonder het eerst van zadel en teugels te hebben ontdaan?” Scheiden is in Utopia toegestaan, wegens overspel of wegens ‘onverdraaglijke onhandelbaarheid’ van man of vrouw. De schuldige partij mag echter niet opnieuw trouwen. Degene die een huwelijk verbreekt, wordt veroordeeld tot slavernij, evenals zware misdadigers en asielzoekers die in hun land van herkomst ter dood zijn veroordeeld.

Het doden van dieren voor voedsel wordt uitsluitend door slaven verricht, want vrije burgers mogen zich niet aan zulk wreed werk bezondigen. De maaltijden mag men thuis in gezinsverband nuttigen, maar de meeste mensen eten in gemeenschappelijke eetzalen, waar slaven het vuile werk verricht en. Het koken gebeurt echter door vrouwen, terwijl de grotere kinderen de bediening voor hun rekening nemen. Mannen en vrouwen zitten in de eetzaal tegenover elkaar op aparte banken; moeders met kinderen onder de vijf jaar hebben een eigen vertrek. Kinderen die ouder zijn dan vijf maar nog te klein om te bedienen, “kijken toe in wonderlijk stilzwijgen, terwijl hun ouders eten.”

DE GODSDIENST IN UTOPIA

Het eiland kent een verscheidenheid aan godsdiensten. Niet alleen van streek tot streek lopen die uiteen, maar zelfs binnen het bestek van één stad: er zijn Utopiërs die de Zon, anderen die de Maan of een der planeten als godheid aanbidden. Er zijn er ook die een mens uit oude tijden, iemand die uitzonderlijk qoed of uitzonderlijk beroemd is geweest, als een godheid vereren, zelfs wel als de hoogste god. Maar de grote meerderheid is daar veel te verstandig voor en gelooft in geen van deze goden, maar in één goddelijk Wezen, verborgen. eeuwig, onmetelijk, ondoorgrondelijk, dat op een wijze die het menselijk begrip te boven gaat, de ganse wereld doorwoont ……

OVER ONGENEESLIJKE ZIEKEN IN UTOPIA

De zieken die lijden aan ongeneeslijke ziekten troosten de Utopiërs door hun aanwezigheid, door ermee te praten, kortom door ze alle hulp te bieden die ze kunnen geven. Soms echter is de ziekte niet alleen ongeneeslijk, maar veroorzaakt ze ook onophoudelijk lijden en angst. Als de priesters en de magistraten dan vaststellen, dat de zieke niet in staat is nog enige plicht te vervullen en door zijn eigen dood te overleven tot last en hindernis is voor anderen, en voor zichzelf een bron van lijden, dan zullen ze hem ertoe aansporen zich niet langer vast te klampen aan dit aftakelend en pijnlijk bestaan. Als hij beseft dat zijn leven niets meer is dan kwelling. zeggen ze hem dat hij er niet tegenop moet zien te sterven, maar eerder hoopvol naar de dood kan uitzien en dat hij zichzelf mag bevrijden uit dit leven als uit een gevangenis of een oord van kwelling of zich door anderen eruit kan laten bevrijden.

OVER HET HUWELIJK IN UTOPIA

Bij het kiezen van een echtgenoot houden de Utopiërs er een heel wonderlijke gewoonte op na. Wij hadden daar nogal  plezier om, maar zij houden er strikt en streng aan vast. De vrouw namelijk of het nu een meisje is of een weduwe, wordt door een ernstig en waardig begeleidster naakt aan de aspirant echtgenoot getoond en omgekeerd stelt een man van goede reputatie de huwelijkspartner naakt aan het meisje voor. Wij lachten om dit gebruik en vonden het gek – maar zij van hun kant verklaarden niet te begrijpen, hoe men bij alle andere volken ‘zo verschrikkelijk dom’ kon zijn. Wil iemand zich een jong paard aanschaffen zeggen zij, dan staat er niets op het spel dan wat geld, maar toch worden dan alle denkbare voorzorgen genomen. Hoewel het bijna geheel onbedekt is, willen ze het beest niet kopen zonder er eerst het zadel en ieder onderdeeltje van het tuig af te nemen; ze zijn veel te bang dat daaronder een gezwel of iets van dien aard verborgen zou kunnen zitten. Maar kiest men een huwelijkspartner, die je een heel leven lang vreugde zal kunnen geven, maar je ook een leven lang kan tegenstaan, dan gaat men zo uiterst nonchalant te werk.

Een rechtvaardige samenleving

Inleiding
Mensen mogen de natuurtoestand waarin zij oorspronkelijk leefden dan hebben afgeschaft en naties en staten gesticht hebben, dat neemt niet weg dat de meeste staten nog ver verwijderd zijn van de ideale staat ‘Utopia’, zoals Thomas More die in zijn gelijknamige boek schetst. Aan het leven in de meeste staten op deze wereld kan nog heel wat verbeterd worden. Binnen de verschillende staten en zeker tussen die staten onderling bestaan bijvoorbeeld grote verschillen tussen arm en rijk. Er is sprake van opeenhoping van macht bij een relatief klein aantal mensen en het milieu komt steeds meer onder druk te staan. Mensen worden vernederd en uitgebuit, vrouwen gediscrimineerd, kinderen misbruikt. Hele generaties mannen en jongens worden opgeofferd in het zinloze geweld van bloedige (burger)oorlogen. Kortom. van een rechtvaardige samenleving is bepaald nog geen sprake.

Nergensland
Ons ‘utopisch besef’ stelt ons in staat kritiek te leveren op bestaand e samenlevingen en houdt de hoop levend op een rechtvaardige maatschappij. Geïnspireerd door het vele onrecht dat zij in hun eigen samenleving aantroffen, hebben verschillende filosofen beschreven hoe de ideale samenleving er volgens hen uit zou moeten zien. De eerste filosoof die dit deed, was Plato. In zijn boek Politeia (De Staat) beschrijft Plato een samenleving die geregeerd wordt door zorgvuldig geselecteerde en filosofisch geschoolde ‘wijsgeer-koningen’, die niet mogen trouwen en geen privébezit hebben. De beschrijving van zo’n ideale samenleving wordt een utopie genoemd. Het woord ‘utopie’ dankt zijn ontstaan aan het boek Utopia van Thomas More, waarin deze Engelse filosoof zijn versie van de ideale staat geeft. Een andere benaming voor de ideale samenleving is Atlantis. Volgens overlevering een eiland ten westen van Afrika, dat in de Atlantische Oceaan verzonken is. De Engelse filosoof  Francis Bacon (1561-1626) beschreef in zijn boek Het nieuwe Atlantis hoe volgens hem de ideale samenleving er uitziet.

 ‘Utopie’ is afgeleid van de Griekse woorden ou (= niet) en topos (= plaats), en betekent dus zo veel als nergens: de ideale staat bestaat nu eenmaal niet. Maar dat wil niet zeggen dat wij ons er geen voorstelling van kunnen maken. Ons ‘utopisch besef’ stelt ons in staat kritiek te leveren op bestaande samenlevingen en houdt de hoop levend op een rechtvaardige maatschappij. Utopieën fungeren, met andere woorden, als norm.

In vrijwel alle utopieën speelt rechtvaardigheid een belangrijke rol: een ideale samenleving is bovenal en rechtvaardige samenleving. In een rechtvaardige samenleving komen alle mensen volledig tot hun recht. Recht betekent in dit verband: opgericht, gestrekt, volledig ontplooid. Iets is rechtvaardig als het in overeenstemming is met bepaalde morele principes. In de eerste plaats het principe van gelijkheid: gelijke gevallen moet je gelijk behandelen en ongelijke gevallen ongelijk. Anders geformuleerd: mensen en zaken die op relevante punten gelijk zijn, moet je op dezelfde manier behandelen: mensen en zaken die op relevante punten ongelijk zijn, moet je niet op dezelfde manier behandelen. Dit morele principe treffen we aan in de uitdrukking: ‘gelijke monniken. gelijke kappen’. We treffen het ook aan in de Wet Gelijke Behandelingen in het grondwettelijke verbod op discriminatie. Volgens het principe van gelijkheid zijn mensen vrije en gelijke personen: niemand telt voor meer dan één.

Er zijn verschillende soorten rechtvaardigheid. Bij distributieve of verdelende rechtvaardigheid gaat het om een eerlijke verdeling van rechten en vrijheden, kansen, inkomen en welvaart. Deze verdeling wordt geregeld door de belangrijkste instituties van een maatschappij, zoals de regering, de rechterlijke macht en de wetgevende macht. De vraag die zich hierbij voordoet is: wat is een ‘eerlijke verdeling’?  Moet iedere en evenveel krijgen of is het eerlijker om rekening te houden met ieders individuele behoefte? Of moet de verdeling plaatsvinden op basis van ieders individuele inspanningen en bijdragen aan de samenleving?

Bij procedurele rechtvaardigheid bestaat rechtvaardigheid in de optimale werking van bepaalde rechtvaardige procedures. Dit betekent dat als een bepaalde verdeling maar het resultaat is van een correcte toepassing van de procedure, die verdeling rechtvaardig is, ongeacht de uitkomst ervan. Loten en tossen zijn voorbeelden van procedurele rechtvaardigheid. Bij een loterij hebben alle deelnemers een even grote kans op de hoofdprijs. Als de trekking op correcte wijze gebeurt, bijvoorbeeld onder toezicht van een notaris, dan is de verdeling daarmee rechtvaardig, ook al betekent het dat één persoon een miljoen euro krijgt en vele anderen helemaal niets.
 
Als je om je heen kijkt naar andere mensen, zie je dat niemand gelijk is. Mensen die zeggen dat we als gelijken worden geboren, schijnen deze natuurlijke ongelijkheid te ontkennen. Misschien verwarren zij waarde-uitspraken met feitelijke beweringen. Het is wellicht wenselijk (en van waarde) dat mensen van nature gelijk zijn, maar de feiten spreken het tegen. Of bestaat er toch natuurlijke gelijkheid? Thomas Hobbes (1588-1679) schrijft in de Leviathan dat er uiteraard natuurlijke verschillen tussen mensen bestaan, maar dat deze te verwaarlozen zijn. Zowel in fysiek als in geestelijk opzicht zijn mensen aan elkaar gewaagd:
‘Want als het om lichaamskracht gaat, is de zwakste nog altijd sterk genoeg om de sterkste te doden, hetzij door heimelijke listen en lagen, hetzij door samen te spannen met anderen die in hetzelfde gevaar verkeren als hij. En in geestelijke vermogens zijn mensen mijns inziens nog meer aan elkaar gelijk dan in kracht… Dat deze gelijkheid misschien niet algemeen aanvaard wordt, komt omdat bijna iedereen een ijdele voorstelling van zijn eigen wijsheid heeft. Bijna iedereen denkt dat hij hiermee veel rijker is begiftigd dan de grote massa.”

Er is volgens Hobbes dus een relatief natuurlijke gelijkheid. Ook Rousseau (1712-1778), de Verlichtingsfilosoof die wegberijder was van de Romantiek, gaat van deze natuurlijke gelijkheid uit. Alleen beschreef hij die niet als “een oorlog van allen tegen allen” (Hobbes) maar, in navolging van Locke (1632-1704), als een waar paradijs. Pas met de opkomst van de beschaving en de vorming van staten ontstaat echte ongelijkheid, dat wil zeggen: een kloof tussen arm en rijk, tussen haves en have-nots. Deze economische ongelijkheid gaat hand in hand met sociale ongelijkheid. Want hoe meer je bezit, hoe meer status en erkenning je verdient. De huidige kloof tussen arm en rijk in de wereld mobiliseert steeds meer groepen om op te treden tegen het westerse kapitalisme. In Nederland groeit de onvrede over de ontstane ‘graaicultuur’ in het bedrijfsleven en zelfs hij de overheid, waarbij topmanagers de lonen van hun werknemers matigen, terwijl ze zichzelf exorbitant verrijken. In het protest pleit men voor meer sociaaleconomische gelijkheid. Ten slotte bestaat er ook nog rechtsgelijkheid. Dat wil zeggen dat iedereen gelijk is voor de wet en er niet aan klassenjustitie wordt gedaan (vrouwe Justitia draagt niet voor niets een blinddoek!).

Opdracht

De inleiding van dit hoofdstuk beschrijft het ‘paradijs’ van Thomas More: Utopia. Volgens de schrijver waren de Utopiërs de gelukkigste mensen op aarde. Hij illustreert dit door te vertellen over hun gewoonten, wetten en regels. Zo zijn er regels voor ongeneeslijk zieken, regels voor trouwen en voor scheiden, regels voor kleding enz.

a Verklaar waarom More van mening was dat deze regels de burgers van een land (Engeland) gelukkiger zouden maken.

b Sommige regels lijken te passen in de tijd van More. andere zijn eigenlijk heel modern. Geef aan welke regels zouden bijdragen aan een rechtvaardiger wereld.

c Is zon rechtvaardiger wereld volgens jou ook een prettige wereld om in te leven?