hfdstk 2 seksualiteit en samenleving: dossieropdrachten en werkwijze

Tijdens deze periode staat het thema Seksualiteit en samenleving centraal. Hoofdstuk 2 van je leerboek. Jij gaat een individueel dossier maken dat uiteindelijk beoordeeld zal worden met een A punt. Dit dossier maak jij door samen met je buurman of buurvrouw (en soms in een ander groepje) tijdens de lessen te discussiëren en een persoonlijk goed onderbouwd en gemotiveerd antwoord te geven op de vragen die je hieronder kunt vinden.

  • Lees eerst goed de vragen en de teksten die er bij horen; titel en bladzijden van de teksten uit het lees- en studieboek worden telkens aangegeven.
  • Bespreek de vragen met de anderen.
  • Geef een zo helder en volledig mogelijk antwoord op de vragen. Maak hele zinnen. Verwerk de vraagstelling in je antwoord. Je mag ook met elkaar samenhangende vragen en antwoorden tot een goed leesbaar verhaaltje verwerken. En: motiveer je antwoorden altijd. Geen motivatie = fout.
  • Alles wordt zoveel mogelijk tijdens de les gemaakt.
  • Als jullie iets niet begrijpen mogen jullie natuurlijk bij de docent om uitleg vragen
  • DUS:
  • Let op:
    je cijfer hangt ook af van netheid, volledigheid en goed beargumenteren van je antwoorden.
  • EN:
  • Je mag je antwoorden op allerlei manieren illutreren met voorbeelden uit muziek (songteksten), beeldende kunst (schilderijen, beelden), mode, een filmfragment dat je beschrijft of een (gedeelte uit een eigen) boekbespreking of een (zelf gemaakt) gedicht, tekenening, verhaaltje etc.

DE OPDRACHTEN:

I.                  
Inleiding.                             Lees eerst blz. 29.

In het woordenboek (de Dikke van Dale) vind je de volgende betekenissen voor seks en seksualiteit:
Seks:                  
Beelden, verhalen of motieven die betrekking hebben op het geslachtsleven. Seksuele omgang. Mannelijk of vrouwelijk geslachtsdeel.

Seksualiteit:    Het gesplitst-zijn in geslachten. Geslachtsleven, geslachtsdrift . Uiting op het gebied van het geslachtsleven.

opdracht 1 .
Van de volgende onderwerpen welke passen volgens jou bij ‘seks’ en welke bij ‘seksualiteit’. Motiveer je antwoord (licht toe wat volgens jou de overeenkomsten en/of de verschillen zijn tussen seks en seksualiteit):
–                     Een kus op de mond geven
–                     Vrijen
–                     Slowen
–                     Verliefd zijn
–                     Knipogen
–                     Een condoom
Opdracht 2.
Hoe wordt het genoemd als iemand zich aangetrokken voelt tot iemand van het eigen geslacht?

Opdracht 3.
Hoe wordt het genoemd als iemand zich aangetrokken voelt tot iemand van het andere geslacht?

Opdracht 4
Hoe wordt het genoemd als iemand zich aangetrokken voelt tot iemand van beiden geslachten?

II.                Seksualiteit geschiedenis. Lees eerst blz. 30 t/m 32 (2.1, 2.2., 2.3)

Opdracht 5.
Geef drie verschillen over ‘seksualiteit’ tussen de  middeleeuwen en nu.

Opdracht 6.
Je hebt gelezen dat het eigenlijk een beetje vreemd is om in de middeleeuwen een beschrijving van het woord seksualiteit te gebruiken. Waarom is dat een beetje vreemd?

Opdracht 7.
Vanaf de achttiende eeuw wordt seksualiteit als iets negatiefs gezien als het buiten het huwelijk plaats vindt. Artsen en de kerken spelen hierbij een belangrijk rol. Denk na! Welke reden zou er kunnen zijn voor hun aanval op seksualiteit buiten het huwelijk?

Lees eerst blz. 32/33. (2.4, 2.5)

Opdracht 8.
Tegenwoordig zou alles bespreekbaar zijn en lijken er geen taboes te bestaan. Is dat wel zo? Wat denk jij: blijkt uit de uitdrukking ‘met iemand naar bed gaan’ niet toch een taboe?

Opdracht 9.
Hoe denk jij over de hoeveelheid seks in reclame? Vind je het storend? Waarom wel/niet?

Opdracht 10.
Vind je de meeste reclames voor ‘sexy producten’ geloofwaardig? Waarom wel/niet?
10.a      Zoek 2 voorbeelden van reclame waarin erotiek een rol speelt om een product aan te prijzen of aandacht te trekken.
10.b     Waarom wordt erotiek in deze reclame gebruikt?
10.c      Wat vind je hiervan? (is er een relatie tussen het product en seksualiteit? Hoe worden mannen en vrouwen afgebeeld?)

 III.                          Wat is seksualiteit? Lees eerst blz. 33/34. (3,1)

Opdracht 11.
Welke 5 antwoorden op de vraag “wat is seksualiteit?” worden hier gegeven?

Opdracht 11.
Mis je een b2paald antwoord op de vraag? Voeg het dan toe

Opdracht 13.
Plaats de antwoorden nu van boven naar beneden in volgorde van belangrijkheid. Dus wat je het belangrijkste vindt aan seksualiteit plaats je boven aan etc.

Lees eerst blz. 34 t/m 37. (3.2)

Opdracht 14,
Kies uit de verschillende teksten die je kunt lezen in deze paragraaf de zin die volgens jou verliefdheid  het beste een positieve manier weergeeft.

Opdracht 15.
Zoek een voorbeeld waarin jij vindt dat het heilige, het intieme, de schoonheid van seksualiteit wordt verbeeld (een tekst, gedicht, schilderij, liedje, foto, etc.)

Opdracht 16.
Verliefdheid en seksueel verlangen kunnen zo sterk zijn dat er een ontsporing plaatsvindt. Bijvoorbeeld een bedreiging van een bestaande relatie. Geef voorbeelden van ontsporing die in de tekst worden genoemd.

Lees eerst blz. 37 t/m 39. (3.3)

Opdracht 17
In de tekst wordt gesproken over verschillen in dierlijke en menselijke seksualiteit. Welke verschillen worden genoemd? Kun je nog meer verschillen geven?

Opdracht 18
Waarom wordt pornografie vaak als storend ervaren?

IV.             Seksualiteit en gelijkwaardigheid. Lees eerst blz. 39 t/m 41. (4.1)

Opdracht 19.
Geef je reactie op de tekst ‘een zoen is een zoen’.

Opdracht 20.
Waarom geeft onze wetgeving leeftijdgrenzen over seks? Leg goed uit.

Opdracht 21.
Wat betekent een ‘dubbele moraal’? geef er een voorbeeld van.

V.                Cultuur, levensbeschouwing en seksualiteit. Lees eerst blz.42 t/47

Opdracht 22.
Ga na hoe de verschillende levensbeschouwingen het verschijnsel seksualiteit waarderen. Beantwoord voor de 5 hierna genoemde levensbeschouwingen of ze als iets seksualiteit positief en/of negatiefs beoordelen (Veel levensbeschouwingen kennen verschillende stromingen). Omschrijf ook hoe er gekeken wordt naar de functie  van seksualiteit voor individu en samenleving.

1. Jodendom, 2. Christendom (verschillende stromingen), 3. Humanisme, 4. Islam (verschillende stromingen), 5. Hindoeïsme.

Opdracht 23.
Ga na hoe de verschillende levensbeschouwingen van deze paragraaf staan tegenover homoseksualiteit. (Ook weer voor 1. Jodendom, 2. Christendom, 3. Humanisme, 4. Islam,5. Hindoeïsme.)

Opdracht 24.
Ga na hoe de verschillende levensbeschouwingen van deze paragraaf staan tegenover seksualiteit buiten het huwelijk. (Idem; 1. Jodendom, 2. Christendom, 3. Humanisme, 4. Islam,5. Hindoeïsme.)

Opdracht 25.
Je kunt zeggen dat het humanisme maar één antwoord geeft op alle morele vragen over seksualiteit dat wil zeggen hoe hoor je je te gedragen ten opzichte van seksualiteit volgens humanisten?

  1. Hoe luidt dat antwoord?
  2. Wat vind je positief en/of negatief aan dit antwoord?

Opdracht 26.
Je hebt gelezen dat seksualiteit soms een moeilijk te beheersen kracht is.
26.  a         Welke levensbeschouwing gaat hier volgens jou het beste mee om en waarom?
Denk na bij elke levensbeschouwing over de volgende vragen:
– zijn de regels zinvol of niet?
– zijn zij discriminerend of niet?
– zijn zij onderdrukkend of juist vrijblijvend?
– trek je conclusie over welke levensbeschouwing het best omgaat met seksualiteit.
26. b           Welke gaat daar juist niet goed mee om en waarom niet?

Opdracht 27.
Bij welke visie voel je je het meeste thuis en waarom?

Opdracht 28.
Bij welke visie voel je je het minste thuis en waarom?

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie