Paragraaf 1 Inleiding
Opdracht 1, p. 109
De definitie van euthanasie in het theorieboek luidt: euthanasie is het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander (de arts) dan de betrokkene, op diens verzoek. In deze omschrijving kun je vier kenmerken onderscheiden:
1. opzettelijk levensbeëindigend handelen
2. op uitdrukkelijk verzoek
3. van de patiënt zelf
4. door een ander (de arts).
Maak voor alle vier de kenmerken afzonderlijk duidelijk waarom we niet meer kunnen spreken van euthanasie wanneer het betreffende kenmerk niet aan de orde is.
Opdracht 2, p. 109
Bekijk de onderstaande tabel. Kun je zeggen dat de scheidslijn tussen voorstanders en tegenstanders van euthanasie strikt loopt tussen mensen die in God geloven en mensen die geloven dat God niet bestaat? Bestudeer daartoe onderstaande gegevens.
Land | Geloof in God | Is euthanasie geoorloofd? | ||
Nee | Weet niet | Ja | ||
Nederland | Ja | 25 | 26 | 49 |
België | Ja | 34 | 29 | 38 |
Duitsland | Ja | 57 | 18 | 25 |
Denemarken | Ja | 29 | 21 | 51 |
Zweden | Ja | 32 | 26 | 42 |
Italië | Ja | 60 | 21 | 19 |
Nederland | Nee | 7 | 13 | 80 |
België | Nee | 10 | 26 | 63 |
Duitsland | Nee | 44 | 20 | 35 |
Denemarken | Nee | 12 | 18 | 70 |
Zweden | Nee | 22 | 25 | 53 |
Italië | Nee | 27 | 22 | 51 |
EXTRA opdracht (3), p. 108/109
Wat is:
a) Euthanasie
b) Zelfdodong met doktershulp
c) Auto-euthanasie
d) Suïcide (zelfdoding)
e) Suïcide d.m.v. laatste wil pil
f) Palliatieve sedatie
Paragraaf 2 Geschiedenis van het denken over zelfdoding en euthanasie
Opdracht 3, p. 109/110/111
a) Maak een schema van de geschiedenis van het denken over zelfdoding en euthanasie.
b) Volgens Plato zit de mens (de ziel van de mens) opgesloten in het lichaam die een kerker of gevangenis is. Ook Thomas More speelt met dit beeld. Welke twee tegen-strijdige conclusies kun je verbinden aan deze voorstelling van lichaam en ziel als het gaat over een recht op zelfdoding?
Opdracht 4, p. 110/111
a) Waarom is Thomas van Aquuino tegen zelfdoding?
b) Voltaire (1694-1778) vroeg zich af: ‘Wat voor kwaad doet een mens de gemeenschap wanneer hij haar verlaat als hij haar niet meer kan dienen?’ Wat bedoelt hij daarmee?
c) Weeg beide standpunten tegen elkaar af. Welk vindt jij het sterkst
Opdracht 6, p. 112
Tegen welke christelijke ideeën over lijden verzette Lionel Arthur Tollemache zich? Vergelijk daartoe de christe¬lijke positie in de Oudheid en in de Middeleeuwen (Thomas van Aquino).
Opdracht 7, p. 113
‘Zelfdoding met doktershulp’ valt in Nederland onder de euthanasiewet maar een ‘laatstewilpil’ verboden is.
Op grond waarvan is dit wettelijk zo geregeld?
Paragraaf 3 Naar toelaatbare euthanasie: onderliggende processen
Opdracht 8, p. 122
a. Verduidelijk aan de hand van een schema de middeleeuwse sociaal-economische en poli-tieke gelaagdheid.
b. Verduidelijk aan de hand van een schema de verticale eenheid van doen en denken. Ge-bruik in ieder geval de woorden: God, kerk en theologie, economie, recht.
Opdracht 9, p. 123
leg uit dat religie en kerk in onze maatschappij niet langer een positie in een verticale struc-tuur maar in een horizontale structuur innemen.
Opdracht 10, p. 123
De manier waarop mensen sterven is onderhevig aan de eisen die het beschavingsproces met zich brengt.’ Wat wordt daarmee bedoeld?
Opdracht 11, p. 124
Binnen onze democratie heeft de overheid een geweldmonopolie. Hoe kun je dit begrijpen vanuit het contract-denken?