eerlijke kleding 1

duurzaamheid & natuur
voorbeeldig leven
Trendwatchers Hilde Roothart en  Irene Ras signaleren een nieuwe periode van positivisme. Trouw pikt er tien voorbeelden uit.
Vandaag: eerlijk.

Modeontwerpers met een missie

Door: Irene Ras

De nieuwste modehypes worden al jaren lang door derdewereldlanden in rap tempo voor ons geproduceerd on­der arbeidsomstandigheden zoals we die hier in de westerse wereld nooit zouden toestaan. Waar gevestigde kledinglabels langzaam probe­ren het roer om te gooien vinden jonge nieuwe labels fairtrade meteen al de normaalste zaak van de wereld.

“Een modeketen die wil voldoen aan de laatste rage, kan in praktijk zes weken na definitieve bestelling de vereiste kleding in de rekken heb­ben hangen. Let wel verzenden van­uit China duurt gemiddeld vijf we­ken. Dat kan toch nooit onder nor­male arbeidsomstandigheden ge­maakt zijn?”, aldus modeliefhebber Merunisha Moonilal.

Moonilal heeft sinds vier jaar haar eigen label. Er zijn onder andere Merunisha Moonilal-jurken zowel online als in winkels te koop in Arn­hem en Rotterdam. Al haar kleding wordt gemaakt in een klein atelier in Polen. De makers zijn verzekerd van goede arbeidsomstandigheden en een eerlijk loon. “Ja. ik wil hele mooie kleding maken, en ja. ik wil een succesvol modelabel hebben. Maar ik kan het niet maken om dat ten koste van anderen te doen. Van mensen die ook hun kinderen moeten voeden. If we grow, we grow together.” Dat betekent wel dat haar prijskaartje hoger is dan gemiddeld: een Moonilal-jurk begint bij 230 eu­ro.

In Nederland willen ook steeds meer gevestigde modemerken fair produceren. De meeste van hen zijn aangesloten bij Made-By, een consumentenlabeI voor modemerken en moderetailers die sociale omstandig­heden in hun productie willen ver­beteren. Grote winkelketens doen nog niet mee, maar er komen wel steeds, meer gevestigde merken bij, zoals Jackpot en Claudia Sträter. Made-By ondersteunt deze mode­bedrijven in hun overgang naar fair trade.

De jonge econome Dambisa Moyo hield vorig jaar in haar omstreden boek ‘Dead Aid – Why Africa is not working and how there is another way for Africa’ een vurig pleidooi voor’ de afschaffing van ontwikke­lingshulp. Het werd haar veelal niet in dank afgenomen. De Zambiaanse bedoelde dat ontwikkelingslanden kennis en kansen moet worden geboden, in plaats van geld. De kle­dingindustrie is in staat beide te ge­ven. En als het aan de nieuwste gene­ratie ontwerpers ligt komt er een eerlijkere verdeling.

Moonilal heeft als modeontwerp­ster een missie, en van haar genera­tie is ze niet de enige. Samen met zes andere jonge modelabels vormt ze Clean and Unique, een collectief van zeven kleine modelabels. Door samen te werken kunnen de kosten veel meer worden gedrukt. Zo wordt textiel gezamenlijk in grote partijen opgekocht en betalen ze als groep het kostbare lidmaatschap voor Fairwear. (het internationale tairtradelabel voor kleding) Er zijn nog niet veel eerlijke fabrikanten in ontwikkelingslanden te vinden.

Clean and Unique probeert produ­centen zoveel mogelijk te stimule­ren. onder het motto: wij kopen pas bij jullie in als jullie voldoen aan bepaalde arbeidsvoorwaarden. “Het is soms ook moeilijk, je moet de fa­brikanten leren wat goede arbeidsomstandigheden zijn, ze bijbrengen hoe ze dit het beste aan kunnen pak­ken.” Moonilal wil bovendien in de productieketen van haar kleding vrouwen een kans bieden. “Door hen economisch onafhankelijk te ma­ken, help je ook hun kinderen. Zij kunnen dan naar school in plaats van naar de fabriek.”

Vooralsnog kan Moonilal niet van de opbrengsten rondkomen daar­om heeft ze er nog steeds een baantje bij. “Maar het is mogelijk op deze manier te werken. We waren in de ja­ren negentig veel te verwend. Alles wat we wilden konden we voor een prikkie en vooral heel erg snel laten maken in bijvoorbeeld China. Daar hebben we te lang misbruik van ge­maakt.”

Uit het dagblad Trouw

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie