begrippenlijst (met omschrijvingen)

Begrippen Hoofdstuk 1.

Levensbeschouwing: de wijze waarop iemand het leven beschouwt: de verschillende standpunten van iemand over het leven vormen samen zijn levensbeschouwing.

Gewone vragen (kunnen makkelijk of moeilijk zijn) kun je beantwoorden met zekerheid, met bewijzen.

Levensbeschouwelijke vragen (of levensvragen of zinvragen) zijn vragen die te maken hebben met het leven. Zij zijn nooit met zekerheid te beantwoorden. Mensen geven verschillende antwoorden op dezelfde vraag.

Waarde : iets dat voor iemand van grote betekenis is; dat je belangrijk vindt.

Norm : de (gedrags)regels waaraan je je moet houden wanneer je iets van waarde vindt. Het zijn de regels en richtsnoeren voor je houding en gedrag die bij waarden horen.

Normen volgen, volgens het boek, uit waarden en niet andersom. Maar door normen te leren maak je je waarden eigen. Er is dus een wisselwerking.

Mensen verbinden niet altijd dezelfde normen aan een bepaalde waarde.

Bij levensbeschouwing zijn 4 waardegebieden van belang:

  • Het gebied van de kunsten. Hierbij is de zinvraag : is het mooi of lelijk?
  • Het gebied van de kennis en wetenschappen. Hierbij is de zin- vraag : is het waar of onwaar?
  • Het gebied van de moraal en de ethiek. Hierbij is de zinvraag : is het goed of kwaad?
  • Het gebied van de godsdienst of religie. Hierbij is de zinvraag : wat moet ik of mag ik geloven?

Dogmatisch of filosofisch denken ?

Dogmatisch, dit betekent:

  1. niet twijfelen aan eigen antwoord
  2. Geen bereidheid het eigen gelijk ter discussie te stellen

Filosofisch, dit betekent:

  1. Bereidheid keuzes te discussiëren en te bekritiseren
  2. Keuzes willen verantwoorden
  3. Als nodig is keuzes veranderen

Individuele levensbeschouwing : jouw eigen (persoonlijke) levensbeschouwing.

Gedeelde levensbeschouwing : een levensbeschouwing die een groep mensen met elkaar deelt.

Religieuze levensbeschouwing : een levensbeschouwing waarin God of goden een belangrijke rol kunnen spelen.

Niet-religieuze levensbeschouwing : levensbeschouwing waarin het bestaan van God of goden geen rol speelt.

Anti-religieuze levensbeschouwing : Levensbeschouwingen waarin het bestaan van God of goden ontkend of bestreden wordt.

Democratie : één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Het is een staatsvorm waarin het volk (door vertegenwoordigers) zichzelf regeert en vrijelijk zijn meningen en wensen kan uiten.

(negatieve)Discriminatie : negatieve beoordeling en behandeling van iets, iemand of een groep op grond van bepaalde, niet ter zake doende kenmerken als ras, huidskleur, sekse, geaardheid en dergelijk, (m.n. het zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun sekse, ras, godsdienst of levensovertuiging.)

Gelijkheid : het gelijk-zijn; in combinatie met gelijkwaardigheid één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. In hun mens-zijn zijn alle mensen gelijk. Vast te stellen als feit.

Gelijkwaardigheid : in combinatie met gelijkheid één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Ieder mens is even veel ‘waard’. Niet vast te stellen als feit, maar iets waar je naar kunt streven (norm).

Hoofdwaarden : waarden die zowel in een individuele als in een gedeelde levensbeschouwing een belangrijke rol spelen.

Samenleving : het geheel van de met elkaar samenlevende mensen.

Tolerantie : één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Het gaat hierbij om verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden.

Vrijheid : één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Je mag zelf weten wat je geloofd, welke onderwijs je wil volgen, wat je wil zeggen zolang het niet tegenstrijdig is met de andere hoofdwaarden.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie