hfdstk 3 HUMANISME samenvatting

Par 1 Inleiding

Humanisme is een levensbeschouwing die de mens centraal stelt en pleit voor menselijkheid, voor de mogelijkheid dat alle mensen menswaardig moeten kunnen leven. Humanisme komt van ‘humaan’. Dat betekent menselijk.

Par 2 Wat de mens tot mens maakt

In het humanisme is de waardigheid van de mens een belangrijke waarde. Je bezit die waardigheid omdat je mens bent (en niet omdat je door God bent geschapen, zoals in religieuze levensbeschouwingen). De mens bezit de hoogste waarde.

Wat de mens tot mens maakt, beantwoordt het humanisme in 5 kernpunten:

1 Individu: iedere individuele mens heeft recht van bestaan omdat hij/zij mens is. De mens moet dat individu-zijn ook verder ontwikkelen/ontplooien.

2 Vrijheid: de mens is een vrij wezen

3 Verantwoordelijkheid: zonder vrijheid is er geen verantwoordelijkheid. Omdat je een vrij wezen bent ben je verantwoordelijk voor wat je doet

4 Rede of ratio: Je moet je verstand gebruiken en je mag je verstand gebruiken. Geen enkele autoriteit (regering of kerk) mag mensen verbieden om zelfstandig na te denken en te onderzoeken. Daarom is voor het humanisme vrij en openbaar en voor iedereen toegankelijk onderwijs altijd erg belangrijk geweest, zodat je leert gebruik te maken van je verstand, je rede.

5 Godsdienst: Zelfstandig nadenken betreft ook godsdienst en religies. Het geloof in God mag niet in strijd zijn met de vier bovenstaande punten. De mens is de maat der dingen.

Par 3 Wie is er humanist

Drie groepen humanisten.

Actief humanisten: mensen die humanistische idealen hebben en lid zijn van een humanistische vereniging (o.a. Humanistisch Verbond) In Nederland rond de 50.000. Zij leven volgens humanistische ideeën én ze zetten zich actief in voor het humanisme

Passief humanisten: mensen die humanistische idealen hebben en zichzelf uitdrukkelijk humanist noemen. In Nederland 1 miljoen (in totaal incl. de actief humanisten). Ze leven volgens humanistische ideeën maar zetten zich niet actief in (en daarom noemen we ze hier passief) voor humanistische instellingen of organisaties.

En: mensen die (al da niet bewust) sympathie hebben voor de (een gedeelte van) de humanistische opvattingen. In die zin leven en denken we in het westen bijna allemaal wel min of meer volgens humanistische ideeën.

Par 4 De geschiedenis van het humanisme

4.1 Het eerste humanisme (humanisme van de renaissance)

In de middeleeuwen was de mens bovenal groepslid (lid van de gemeenschap, lid van een gilde etc.). Ook voelde de mens zich een nietig en sterfelijk schepsel van God. Aan het eind van de middeleeuwen, 15e en 16e eeuw kwam de mens centraler te staan en werd een zelfbewuster individu.

De mens herontdekte zijn mens-zijn, zijn humaniteit. Hij voelde zich hergeboren. Deze periode van het eerste humanisme kennen we als renaissance (= hergeboorte). Deze ontwikkeling in het zelfbeeld van de mens hing samen met het herontdekking van de klassieke oudheid en de klassieke filosofie, allerlei uitvindingen als de boekdrukkunst, de economische groei (handel met bv China en Islamitische landen) en de opbloei en de opbloei van wetenschap en kunst. Dat leidde tot de opkomst van macht van de 3e stand en de groei van de steden Ook werden er allerlei werelddelen ontdekt.

Het eerste humanisme ofwel het humanisme van de renaissance is begonnen in het zuiden van Europa, in Italië en verspreidde zich van daaruit over Europa.

Het zuidelijke, Italiaanse humanisme richtte zich vooral op wetenschap en kunst. Denk aan Leonardo da Vinci (1452-1519) en Michelangelo (1475-1564).

Het noordelijk humanisme legde het accent op ethiek en het streven naar tolerantie en verdraagzaamheid. Denk aan Thomas More (1478-1535, Utopia) en Erasmus (1466/1467/1469-1536, Lof der Zotheid). O.a. als reactie op de reformatie, inquisitie en de godsdienstoorlogen.

De humanisten uit de eerste periode stonden kritisch tegenover de godsdienst en de godsdienstige praktijken van hun tijd, maar waren niet anti-godsdienstig of anti-christelijk. Men zag geen conflict tussen kennis en verstand enerzijds en het bestaan van God anderzijds.

4.2 Het tweede humanisme (modern humanisme)

Het tweede humanisme of modern humanisme ontstaat in de 19e eeuwen komt tot bloei in de 20e eeuw. Het werd sterk beïnvloed door de verlichting uit de 17 en l8e eeuw. Kenmerken van de verlichting:

1. Ontwikkeling van de natuurwetenschappen. Met als hoogtepunt Isaac Newton (1642-1727)

2. Zeer kritische en vaak afwijzende houding t.o.v. de godsdienst.

In het moderne humanisme is de mens ‘de maat der dingen’.

God wordt gezien als een concurrent van de mens. Geloven in God wordt beschouwd als in strijd met verstand en wetenschap. Als God zou bestaan, kan de mens niet een vrij en verantwoordelijk wezen zijn. Dan is immers God de baas.

Daarom is voor het moderne humanisme de zelfbeschikking van de mens het centrale thema.

Par 5 Humanisme en religie

Humanisme kan op 3 manieren godsdienst en religie benaderen. Je kunt zo 3 soorten humanisme onderscheiden.

5.1 Godsdienstig humanisme

De religieus humanist heeft respect voor alles wat leeft. Godsdienst en religie kunnen daarbij inspirerend werken. Godsdienstig humanisme vind je met name in de beginperiode. De eerste humanisten waren zelf godsdienstig, maar hadden kritiek op de godsdienstige misstanden. De Nederlander Erasmus is hier een goed voorbeeld van. In Lof der Zotheid neemt hij christen en het christendom flink op de korrel.

5.2 Antigodsdienstig humanisme

Geloof in God vinden de ze een bedreiging voor de menswaardigheid. Want als je in God gelooft en zijn geboden accepteert ontken je je vrijheid en verantwoordelijkheid. En een mens kan zelfstandig problemen oplossen met hun rede en met behulp van techniek en wetenschap. Je hebt God als oorzaak niet nodig.

5.3 Ongodsdienstig humanisme

Filosofen uit de verlichting (Kant en Hume) probeerden helder te krijgen wat we met ons verstand wel en niet kunnen bevatten. Je kunt God niet met je zintuigen waarnemen, dus kun je ook niet veel zinnigs over God zeggen. Houd daarom op om te redeneren over de vraag of God bestaat. Dat weten we niet. In God geloof je of gelooft er niet in. Iemand met een dergelijk standpunt noem je een agnost.

Par 6 Zelfbeschikking

Je moet zelf kunnen bepalen hoe je je leven inricht en uiteindelijk ofje wil leven of sterven. Je moet deze keuze mogen maken, nadat je daar goed over hebt nagedacht. En je moet die keuze ook kunnen maken. De wetgeving moet zoveel mogelijk ruimte geven aan mensen om zelf keuzes te maken.

6.1 Twee voorbeelden

Abortus

Tot heteinde van de jaren zestig van de vorige eeuw was abortus strafbaar in Nederland. Door verzet van vrouwen is abortus gelegaliseerd en hebben vrouwen het recht om zelf te beslissen om zelf de keuze te maken om de zwangerschap af te breken. (abortuswet van 1 mei 1981) \

Euthanasie

Euthanasie betekent ‘een goede dood’, (Euthanasiewet in Nederland 2001). Humanisten zijn principieel voor het recht om zelf te kiezen voor het beëindigen van het leven. Je mag een ander niet dwingen te sterven, maar je mag een ander ook niet dwingen te blijven leven.

6.2 Jouw keuze heeft gevolgen voor anderen

Dat betekent niet dat je recht op zelfbeschikking beperkt wordt maar wel dat je als humanist de plicht hebt om een redelijke, verantwoorde en dus goed overwogen keuze te maken. Deze keuze ligt op het gebied van de levensvragen. Er is nooit een definitief antwoord op te geven. Je hebt volgens het humanisme al/een je eigen verantwoordelijkheid.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie