hfdstk 1 samenvatting

Samenvatting “Gelukkig worden”

(hfdstk 1 deel 3 Wegen naar Wijsheid)

Paragraaf 1 INLEIDING
Bij filosofie en levensbeschouwing gaat het om (het zoeken naar antwoorden op) zinvragen, om vragen naar de zin van het leven, medisch handelen (bv plastische chirurgie of euthanasie), economisch handelen (is winst maken of economische groei een doel op zich of een voorwaarde voor een gezonde bedrijfsvoering; en wat is dan een gezonde bedrijfsvoering), maatschappelijk handelen (bv hoe en waarom straf je, is de doodstraf toegestaan), sociaal handelen (hoe ga je met elkaar om), etc. etc.

Kenmerk is dat er -afhankelijk van iemands levensvisie of filosofie- vaak meerdere antwoorden mogelijk zijn.

In dit hoofdstuk nemen we geluk onder de loep.

Paragraaf 2 WANNEER ZIJN MENSEN GELUKKIG?
Op die vraag zijn heel veel verschillende antwoorden mogelijk (2.1). Vaak is zo’n (eerste) reactie heel persoonlijk. En er wordt natuurlijk onderzoek naar gedaan. In 2.2. staat de vraag centraal of er noodzakelijke voorwaarden zijn om gelukkig te kunnen zijn. Gezondheid en de vervulling van de eerste levensbehoeften zijn wel belangrijk maar onvoldoende (en zelfs niet perse noodzakelijk) om geluk te funderen. Belangrijker lijken een innerlijke houding, goede relaties met anderen en de vrijheid om je eigen leven te kunnen inrichten.
Zeker dat laatste punt is overigens typisch voor (westerse / moderne) samenlevingen. Het sluit aan bij de vier grondwaarden van waaruit in het westen naar de mens wordt gekeken (vrijheid, gelijkwaardigheid, democratie en tolerantie). In een samenleving met andere grondwaarden wordt ook anders tegen geluk aangekeken (2.3)

In paragraaf 2.4 staan we stil bij de paradox van dat Nederland een van de gelukkigste landen ter wereld is en tegelijk een van de grootverbruikers van antidepressiva. Trudy Dehue heeft dit onderzocht en geeft 2 verklaringen:
1             Neerslachtigheid (een gevoelstoestand die vroeger beschouwd werd als iets dat bij het leven hoorde) wordt tegenwoordig als een ziekte (in de hersenen) gezien; en ziektes kunnen met  pilletjes genezen of in ieder geval onderdrukt worden.
2             We leven in een tijd waarin we uitgaan van de maakbaarheid van ons leven; in de moderne tijd hebben vrije en verantwoordelijke mensen hun lot in eigen hand. Het leven is steeds meer een wedstrijd waarin de lat ook nog eens steeds hoger wordt gelegd. Maar helaas, in een wedstrijd zijn altijd meer verliezers dan winnaars. Druk en stress (die we ons zelf opleggen) wordt te hoog, mensen voelen zich mislukt. Gevolg: pilletjes.

Daar komt nog eens bij dat het “werkzaam bestanddeel” van antidepressiva (voor een belangrijk deel) berust op het placebo effect. En niet alleen aan werkzame bestanddelen maar ook aan het placebo effect kunnen mensen verslaafd raken.

Paragraaf 3 GENIETEN: IN DE LEER BIJ EPICURES

Zagen we in paragraaf 2 al dat we in een tijd leven waarin we denken dat het leven maakbaar is, in deze paragraaf zien we dat de belangrijkste manier waarop  we ons geluk proberen te realiseren bestaat uit steeds weer en steeds meer consumeren. Alles lijkt wel te koop. En omdat we ons blijkbaar altijd spiegelen aan mensen die meer hebben (meer geld, meer succes, grotere huizen, snellere PC, nieuwste mobile telefoon, etc etc,) voelen we een gemis als we dat (allemaal) (nog) niet hebben. En een gemis voelt nou niet bepaald als geluk. We leven volgens velen (bv Professor Bob Goudzwaard) leven we in een consumptiemaatschappij waarin we schijngeluk nastreven door, ten koste van ons zelf, anderen, natuur en milieu steeds maar en steeds meer willen consumeren. Als de economie niet groeit is er volgens velen  sprake zijn van crises. Anderen, waaronder Goudzwaard pleiten juist voor een economie van het genoeg, voor grenzen aan de groei en voor consuminderen.

Kritiek op het grenzeloos willen genieten en, op de moderne hedonisme levensstijl is overigens al heel oud. En komt van iemand die er bekend om staat dat hij juist van mening was dat je van het leven moet genieten, namelijk van de Griekse filosoof Epicurus.  (Zoek voor de aardigheid eerst even op van volgens het woordenboek een epicurist is.)

Volgens Epicurus ben je gelukkig bij afwezigheid van pijn in ons lichaam en onrust in ons binnenste. Wen je dus niet aan alsmaar luxe, dan ben je bij afwezigheid daarvan minder kwetsbaar.  En hou rekening met de negatieve gevolgen die op genot kunnen volgens. Zijn die te groot, zie dan van het genot af. En verzoen je met het onontkoombare zoals het tijdelijke van het leven. Onze dood gaat ons niet aan. “Zolang wij er zijn is de dood er niet, en als de dood er is, zijn wij er niet meer”.

Paragraaf 4 DWING JE GELUK AF OF KRIJG JE HET

We zagen al dat we leven in een tijd dat geluk moet. En dat het wel te koop lijkt. Genot, plezier, geluk, we hebben er toch gewoon recht op. Althans dat denken wij volgens de filosoof Joep Dohmen. En als dat niet meteen lukt hebben we de psycholoog, hulpverlener, pilletjes of zelfhulpboeken vol met tips hoe gelukkig te worden. Want gelukkig worden zullen we.
Natuurlijk kun je ook geluk hebben (net als pech overigens). Meevallers of tegenvallers waar je niet echt iets aan kan doen beïnvloeden natuurlijk je stemming. Maar gelukkig zijn gaat om iets langdurigers, iets fundamentelers. Volgens Epicurus een gevoel van tevredenheid met wat je bent en wat je hebt.

Pindarus (522-443) vergeleek, net als Martha Nussbaum de mens met een plant. Hoe die zich ontwikkelt hangt in belangrijke mate af van zijn omgeving. Daar heb je vaak geen invloed op, als je daarmee gelukt hebt krijg je iets goeds dan kan bijdragen aan je gelukkig zijn. Wat je volgens Martha Nussbaum wel in de hand hebt is de manier waarop je je opstelt tegenover de mensen om je heen. Als je je respectvol opstelt, vertrouwen schenkt, als je je kwetsbaar opstelt (ook al kan daar misbruik van gemaakt worden), en mensen in je omgeving stellen zich ook zo op tegenover jou, veroorzaakt dat een gevoel van acceptatie, van dat je goed bent zoals je bent, van geluk. Natuurlijk kan het ook af en toe misgaan. Want we zijn en blijven allemaal, net als die breekbare plantjes, afhankelijk van onze omgeving.

Paragraaf 5 DRIE WEGEN NAAR GELUK: KIERKEGAARD

Volgens Kierkegaard is genieten een vorm van kortstondig geluk. Op zoek naar een fundamenteler, een dieper geluk wijst hij op drie verschillende levenshoudingen: de esthetische levenshouding, de ethische levenshouding en de religieuze levenshouding.

Esthetisch betekend smaakvol. De esthetische levenshouding heeft te maken met uiterlijkheid, groepsgedrag, erbij willen horen, aanpassen aan de groepsnorm, aan zaken die buiten je zelf liggen.

Ethiek gaat over goed en kwaad. De ethische levenshouding hangt samen met een manier van leven waarin je je eigen keuzes maakt, waarin je opzoek gaat naar dat wat bij je past, naar je individualiteit.

Religie is een godsdienstige levenshouding, een levenshouding waarin je je bewust bent van dat je onderdeel bent van een groter geheel. Kierkegaard was gelovig, voor hem was God hierin essentieel. Tegenwoordig vullen mensen deze verbondenheid op allerlei manieren in.

Misschien nog leuk even Epicures te citeren: “Niet wie afstand neemt van hoe de goden volgens de gemiddelde mens zijn is een atheist, maar wie de goden toedicht wat de gemiddelde mens van hen vindt.” (uit de brief aan Menoeceus)

Tot slot staan we even stil bij Kant (1724 – 1804) die al 9 jaar dood was voor Kierkegaard geboren werd. Kant pleitte voor een ethische levenshouding waarin de mens doet wat de ‘morele wet’ van hem vraagt. Die wet bestond uit 2 regels:
– dat wij de mens altijd óók als doel op zich en nooit alleen als middel tot een doel mogen gebruiken en
– dat we alles wat wij doen als algemene regel moeten kunnen èn willen laten gelden.

Overigens realiseerde Kant zich dat je daar niet perse gelukkig van wordt, maar wel dat je dan het geluk waard bent.

http://hollandsglorie.wordpress.com/2009/05/04/hoe-gelukkig-is-nederland/

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie