hfdstk 5 MODE tekst bij extra opdracht 1

Eet mij

Eet mij gaat over honger, over supermarkten en over reclame. Het gaat over de illusie van diëten en de stigma’s van dik zijn. Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen gaan op zoek naar de ware aard van ons eetgedrag. Ze combineren de nieuwste inzichten uit hersenwetenschap, genetica en fysiologie en laten zien dat iemands gewicht niet zozeer een keuze is, zoals dieetgoeroes ons vaak doen denken, maar voornamelijk afhankelijk is van aangeboren eigenschappen en invloeden uit de omgeving. Op confronterende wijze laten de auteurs zien hoe we, zonder het door te hebben, dagelijks verwikkeld zijn in een ongelijke strijd tegen supermarkten, marketeers en reclamebureaus, die eropuit zijn ons meer te laten consumeren. Ook plaatsen ze de discussie over obesitas in een breder perspectief: onze angst voor overgewicht blijkt behoorlijk ontspoord.

Eet mij reikt nieuwe handvatten aan om grip te krijgen op ons eetgedrag. Maar wees gerust: deze handvatten hebben niets te maken met nieuwe diëten of magische ingrediënten, maar alles met de psychologie van eten.

Download een proefhoofdstuk (pdf)

Waarom lukt het zoveel mensen niet om af te vallen? Hoe kiezen we precies uit wat we eten, en hoeveel? En waarom is het voor sommige mensen makkelijker om slank te blijven dan anderen? De antwoorden vind je in mijn boek Eet mij, dat ik samen met met collega-wetenschapsjournalist Asha ten Broeke heb geschreven.

De media over Eet mij:

Bent u van plan een dieetboek te kopen om in 2013 af te vallen (en nu echt!) dan zit u met Eet mij op de goede weg.’
-TROUW

‘Terecht alom geprezen.’
DE VOLKSKRANT, TOP 20 BESTE WETENSCHAPSBOEKEN VAN 2012

‘Heerlijk geschreven. Stof tot nadenken.’ 
-PSYCHOLOGIE MAGAZINE

 

Ronald Velthuizen 

Het lichaam van een god

Ik hield deze column als voordracht in De Balie op 6 december 2012, tijdens het debat Te Dik? Eigen schuld, dikke bult! Er is ook een video van de column beschikbaar.

Volgens radio 2-presentator Jurgen van den Berg heb ik het lichaam van een god. Dat is fijn om te horen. Ik denk dan aan een blonde Noor met een sixpack op de buik en een hamer in de hand. Een plaatje dat ik wel kan waarderen.

Maar ik moet eerlijk bekennen: wanneer ik in de spiegel kijk zie ik niet zoveel god. Waar je een sixpack zou verwachten zit een rondvormige doch redelijk platte buik.Mijn biceps functioneert, maar een lekker stuk vlees is het niet. En tussen mijn borstspieren kan ik geen potlood vasthouden, laat staan breken. Ik zie vooral slank, slank, slank. Een iel mannetje.

Met pure wilskracht en andere leefstijlkeuzes zou ik natuurlijk alsnog voor de goddelijke look kunnen gaan. Meer complimentjes, dus waarom niet, denk ik bij mezelf.

“Omgeven met andere zwetende mensen roei ik me suf zonder ergens heen te gaan.”

Maar de hamvraag is dan: zijn wilskracht en discipline dé gereedschappen bij uitstek om mijn lichaamsideaal te bereiken?

Nou, dat valt tegen. Gespierd en groot word je niet zomaar. Je moet er wat voor doen. Elke dag naar de sportschool. Halters op en neer tillen. Omgeven met andere zwetende mensen roei ik me suf zonder ergens heen te gaan. Of ik daarmee ooit een gespierde god wordt, valt te betwijfelen: je moet geluk hebben met je genen om die biceps en triceps tot hemelse proporties te trainen, ongeacht je wilskracht.

En dat doorzettingsvermogen is helaas ook niet de steunpilaar waarop ik kan terugvallen op wanneer het fitnessregime dreigt te falen. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wilskracht allesbehalve je beste vriend is: ondanks de vooruitgang die je aanvankelijk ermee boekt, laat het je in momenten van zwakte keihard in de steek. Misschien zie ik van het fitnessen af omdat ik druk ben met werk, of toe ben aan een vakantie. Misschien wil ik tijdens de feestdagen gewoon even níét naar de sportschool. Misschien wordt mijn vriendin onverhoopt zwanger en heb ik andere dingen aan mijn hoofd. Wat de teleurstelling groter maakt: er zijn niet veel van dit soort uitglijders nodig om van de sixpack in wording weer een oninteressante, vormeloze bol te maken.

De spierkweker in mij zit daarmee in hetzelfde schuitje als de dikkerd die probeert af te vallen. Beide proberen we met wilskracht ons lichaamsideaal te veranderen. En voor beide is het vrijwel onmogelijk om permanent vol te houden.

Er is ook een verschil. Niemand verbaast zich erover dat ik absoluut niet aan een fitnessregime zou willen beginnen, en vindt het ook best begrijpelijk dat ik niet eindeloos de wilskracht kan opbrengen om er hemels uit te zien. Voor dikke mensen is dat andersom: de maatschappij vindt dat ze gewoon moeten afvallen, en als ze daarvoor onmenselijke hoeveelheden wilskracht voor moeten opbrengen, dan is dat maar zo.

Die sociale dwang maakt het niet makkelijker. Ik kan me wel voorstellen hoe dat zou zijn, als heel Nederland ontevreden was met mijn iele lijf. Dat ik dagelijks het soort krantenkoppen lees die tegenwoordig zo normaal zijn voor mensen met overgewicht: ‘Plaag van slankheid teistert Nederland’, of ‘Gebrek aan spiermassa kost werkgevers miljoenen’.

Dit is natuurlijk een parodie. Maar beseft u zich goed: het is de realiteit voor miljoenen dikke mensen. Ze zien er volgens de maatschappij onwenselijk uit, kosten geld en er wordt van ze verwacht dat ze dat met hun eigen wilskracht oplossen.

Het wordt tijd dat we van die gedachte afstappen. Wilskracht is niet de weg naar een beter, gezonder, of goddelijker lichaam, en de gedachte dat het wel zo is, leidt alleen maar tot nieuwe teleurstellingen. Niets illustreert het falen van het ‘wilskracht is alles’-idee beter dan het zogenaamde succes van de afslankindustrie. Het succes blijkt erg eenzijdig: terwijl de dieetindustrie de afgelopen jaren winst boekte, bleven de heupen en buiken van Nederland uitdijen. En om weer terug te komen op mijn lichaam: de Nederlandse fitnessindustrie is qua omvang de afgelopen tien jaar zelfs verdubbeld. Maar waar blijven die wilskrachtige goden dan? Juist. Die bestaan niet.

 

 

 

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie