Het Jodendom blz 46
2.1 geschiedenis
2.2 over het ontstaan van de joodse visie op god
——een nomadengod (niet een god die boven de mensen staat, die graag aanbeden wil worden, waar de mensen naar toe moeten gaan, zijn tempel moeten bezoeken, zijn beelden moeten aanbidden, of hem in de vorm van koning of farao moeten eren en volgen, maar een god die volgens de verhalen met de mensen mee gaat, er voor de mensen is, de mensen volgt op hun pad. die heel andere G’d)
——afspraak tussen God en het volk: het verbond: de 10 geboden; de 10 afspraken of leefregels die mensen moeten helpen in vrijheid voor en met elkaar te leven. Volgens de verhalen door G’d aan Mozes gegeven.
2.3 joodse geschriften, rituelen en feesten
——geschriften; Thora, TeNaCH, Talmoed,
——(rituelen en) feesten
——wat is een ritueel?
——joodse rituelen
2.4 de synagoge: plek om te leren en te bidden. Ook wel sjoel (school!) genoemd
Hier een link naar een woord-spin (ja ook dat is een manier van samenvatten) gemaakt na het lezen van paragraaf 2 van hoofdstuk 3.
Heb je zelf een betere samenvatting gemaakt (bv een woordspin, gewone tekst of mindmap)? Stuur hem op?
scholierensite 