evolutie en schepping 1 introductie en leerdoelen

Een aantal links naar extra (soms verplichte / soms voor wie meer wil weten) opdrachten, informatie en links.

Achtergrondinformatie bij hoofdstuk 4 (evolutie en schepping)  over evolutietheorie, Darwin etc.

 

leerdoelen
– De leerlingen kennen enkele scheppingsverhalen.
– De leerlingen begrijpen dat scheppingsverhalen stammen uit voorwetenschappelijke culturen.
– De leerlingen begrijpen dat scheppingsverhalen antwoorden geven op levensvragen.
( – De leerlingen begrijpen het onderscheid tussen de westerse en oosterse scheppingsidee. )
– De leerlingen begrijpen dat de evolutietheorie van Darwin destijds een grote schok op levensbeschouwelijk terrein teweegbracht.
– De leerlingen begrijpen dat de vraag naar de mens met de acceptatie van de evolutietheorie opnieuw gesteld en beantwoord moest worden.
– De leerlingen kunnen duidelijk maken wat creationisme is.
– De leerlingen kunnen duidelijk maken wat intelligent design is, met name dat het wetenschap en geloof in God probeert te verbinden.
– De leerlingen begrijpen het verschil tussen een hoe-vraag en een waarom-vraag en dat beide soorten vragen ten aanzien van de gehele werkelijkheid te stellen zijn.
– De leerlingen begrijpen dat de evolutietheorie een antwoord geeft op de hoe-vraag.
– De leerlingen begrijpen dat het scheppingsverhaal voor (bijvoorbeeld) joden en christenen een antwoord geeft op de waarom-vraag of waartoe-vraag
– De leerlingen begrijpen dat creationisten scheppingsverhalen interpreteren als een antwoord op zowel de hoe-vraag als de waarom-vraag.
– De leerlingen begrijpen dat het creationisme de bevindingen van de moderne natuurwetenschappen niet serieus neemt en daarmee geen filosofisch verant­woord levensbeschouwelijk standpunt inneemt.
– De leerlingen begrijpen dat de intelligent design-leer pretendeert een antwoord op zowel de hoe-vraag als de waarom-vraag te geven.
– De leerlingen kunnen de belangrijkste argumenten over en weer geven in het debat tussen ID en moderne evolutionisten.
– De leerlingen begrijpen dat in het debat ook twee opvattingen over wetenschap tegenover elkaar staan:
binnen ID heeft God een plaats, binnen de moderne natuurwetenschap niet.
– De leerlingen zijn in staat een beargumenteerd standpunt in te nemen in de dis­cussie tussen de evolutietheoretici en de aanhangers van de ID-leer.
– De leerlingen begrijpen dat de antwoorden van de (empirische) wetenschap zich tot de hoe-­vraag beperken.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie