dromen

wie wil ik zijn, wat zijn mijn dromen

In de manier waarop iemand in het leven staat zijn ook iemands toekomstplannen, iemands dromen belangrijk. Wie zou jij wel willen zijn? Wie is voor jou een voorbeeld, Wat is voor jou een ideaal? In een toespraak van Martin Luther King, een Amerikaanse dominee die actief was voor gelijke burgerrechten voor blank en zwart, staat hij stil bij zijn droom. “I had a dream”, op deze webpagina kun je hem horen en lezen. In het Engels en (alleen lezen natuurlijk) in het Nederlands.

Als je denkt over de toekomst dan gaat het ook altijd over de kansen en mogelijkheden die je hebt en natuurlijk over wat je belangrijk vindt. In hoofdstuk 2 van het leesboek “Wegen naar Wijsheid” deel 1, paragraaf 9 (grondwet), 10 (mensbeelden) en 11 (wat wil je worden) gaat het hier ook over. Lees het nog maar eens na.

Opdracht 7, inspirerende mensen

Zoek op internet, in krant, boek, (auto-)biografie en/of tijdschriften informatie over 3 (of meer) heel verschillende, maar wel inspirerende personen (rolmodellen worden die ook wel eens genoemd). Maak een kleine levensbeschrijving. Daarin moet minimaal aan de orde komen:

– Waar en wanneer leefden (leven) ze.
– Wat is/was hun ideaal en hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen.
– Wat voor eigenschappen zijn kenmerkend voor hen en, het belangrijkste bij deze opdracht.
– Waarom zijn die mensen inspirerend voor jou.
– Gebruik een of meer foto’s en ook reacties van anderen op zo’n persoon.

Neem mensen uit verschillende culturen en verschillende tijden. Bijvoorbeeld helden uit de klassieke oudheid. Zo zijn er vrouwen die zich door de Amazones laten inspireren. Maar ook hoofdpersonen uit boeken of films, historisch verantwoord of pure fictie, kunnen heel inspirerend zijn. Bv Anne Frank, Confusius, Frits Phillips, de leiders van de bende van Oss, Boeddha, Michiel van Beusekom (uit Oorlogswinter van Jan Terlouw,) Gandi of ……… Minimaal 1 blz. per persoon.

Neem de beschrijvingen en afbeeldingen op in je dossier. Denk eraan dat iedereen, dus ook de mensen die deze opdracht niet kennen, moeten kunnen begrijpen wat de bedoeling is van je beschrijvingen.

Informatie over Griekse helden vind je hier: Griekse helden  Griekse Mythologie   Griekse Mythologie  

Informatie over moderne helden vind je hier:  popsterren    sporthelden   allerlei helden (in het rechter menu veel audiomateriaal)  filmsterren     zij kregen een lintje van de koningin

Opdracht 8, je bent inmiddels alweer 30 jaar geweest

Het is vandaag 16 oktober 2031. Je bent inmiddels alweer 30 jaar (geweest) (2031-2011=20; 12+20=32). Je schrijf in een brief aan een goede vriend die je al heel lang niet meer gezien hebt omdat die naar China geëmigreerd is. (Als jij toevallig naar China geëmigreerd bent dan woont hij natuurlijk nog gewoon in Eindhoven.)

In die brief beschrijf je hoe het je de afgelopen jaren met je gegaan is. Dat kan door bijvoorbeeld te vertellen wat je de afgelopen tijd zoal gedaan hebt; door te vertellen over hoe een normale dag er uit ziet, maar ook door te vertellen over hoogtepunten en bijzondere gebeurtenissen.

Denk bijvoorbeeld aan je beroep, je relatie, je vriendschappen, hoe en waar je woont, je thuis situatie, je omgeving, hobby’s en wat je voor jezelf en voor je omgeving wil betekenen. Is het allemaal vanzelf zo gegaan of heb je af en toe keuzes moeten maken? Heb je altijd kunnen doen wat je graag wilde doen of heb je ook dingen niet gedaan omdat je rekening wilde houden met anderen?

Minimaal 25 regels (= ca 2000 letters) (getypt).

Iedereen, ook iemand die de opdracht niet kent, moet kunnen volgen waar het om gaat. Illustraties gebruiken mag natuurlijk ook bij deze opdracht.

Opdracht 9, als …. dan …..

Je kent vast het spel ‘als ik een dier was dan zou ik ….zijn‘? En als ik een bloem was dan zou ik …….. zijn’. Bv:  Als ik een dier was dan zou ik een regenworm zijn omdat ik niet graag wil opvallen, omdat ik graag min of meer onzichtbaar ben in gezelschap.

Dus vergelijk jezelf met minimaal 5 van de volgende 19 begrippen: een bloem, een boom, een steen, een beroep, een woord, een beroemde sporter, een dier, een muzikant, een lied of muziekstuk, een hobby, een gebouw, een land, een schoolvak, een eigenschap, iemand uit het verleden (een historisch figuur), een bovennatuurlijk wezen, een landschap, een filmster, een sport. Je gaat hier nu jezelfstandig mee aan de slag en vergeet de uitleg niet. Dus: als…. dan ….. omdat ………………..

Verwerk de opdrachten in de antwoorden en neem die op in je dossier. Denk eraan dat iedereen je antwoorden moet begrijpen. En vergeet het waarom niet.

Dus niet “dier = regenworm” etc. Maar hele zinnen zoals hierboven in het voorbeeld.

Opdracht 10, een beeldverhaal, poster of …..

Met de antwoorden van opdracht 9 ga jij nu een poster maken over jezelf. Met deze poster zou je kunnen zeggen “dit ben ik!” (Formaat A4)

Plak niet zomaar wat plaatjes naast elkaar. Bedenk een vorm zodat het een geheel wordt.
Bv in de vorm van een stripverhaal of een storyboard voor een film (als je heel creatief bent mag je daar natuurlijk ook een -animatie- filmpje van maken).  Of maak een stadsgezicht of landschap waarin een aantal van de vergelijkingen zijn verwerkt.

Opdracht 11,

Maak een inhoudsopgave. Gebruik hierbij
              1 een indeling in hoofdstukken en paragraven
              2 paginanummering.

Maak ook een lijst met omschrijvingen en/of titels van de gebruikte afbeeldingen (incl. naam van de maker en/of bron, en bladzijde waar ze in het dossier staan).
Deze lijst mag als laatste bladzijde (en vermeld deze pagina ook in de inhoudsopgave)
Behalve de 2 creatieve opdrachten mag je het dossier natuurlijk op allerlei manieren illustreren.