hfdstk 5 MODE leerdoelen

  1. De leerling ka n het onderscheid tussen ruime en geen ruime betekenis van het woord ‘mode’ uitleggen.
  2. De leerling kan binnen het thema ‘mode’ het onderscheid verduidelijken tussen gewone vragen en zinvragen.
  3. De leerling kan een aantal zinvragen stellen bij het thema ‘mode’.
  4. De leerling kan voorbeelden van trends geven op verschillende levensgebieden.
  5. De leerling kan beargumenteren waarom hij vindt dat sprake is van een gradueel dan wel van een principieel verschil tussen de toepassing van cosmetische chirurgie enerzijds en traditionelere vormen van lichaamsverfraaiing anderzijds.
  6. De leerling kan met eigen woorden uitleggen dat we bij het verschijnsel ‘reizen’ op zich niet kunnen spreken van ‘mode’ maar dat binnen h et hedendaagse toerisme wel trends bestaan.
  7. De leerling ka n aan de hand van een historische beschrijving duidelijk maken dat het ontstaan va n het verschijnsel mode samen hangt met de opkomst va n de dynamische moderne maatschappij.
  8. De leerling ka n mede aan de hand va n enkele concrete voorbeelden de geschiedenis van de kledingmode schetsen.
  9. De leerling kan i n eigen woorden de essentie weergeven van vier theorieën over het verschijnsel mode.
  10. De leerling ka n een beargumenteerd stand punt i n nemen over de vraag hoe de grote invloed van de mode enerzijds en vrijheid va n de consument anderzijds zich tot elkaar verhouden.
  11. De leerling ka n in eigen woorden standpunten weergeven over de vraag of het streven naar het schone dan wel naar het nieuwe het meest wezenlijke ken merk va n mode is.
  12. De leerling ka n uitleggen dat de vraag ‘Wat is mooi?’ een filosofische vraag is.
  13. De leerling ka n aan de hand va n voorbeelden duidelijk maken dat wat ‘een goede smaak’ heet te zijn, te maken heeft met verstand van zaken.
  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie