Leerdoelen (test zelf wat je al weet)

Leerdoelen

H&V 1. De leerling kan aan de hand van voorbeelden duidelijk maken dat bewijzen dat God wel en bewijzen dat God niet bestaat hooguit bevestigend kunnen werken maar op zichzelf niet overtuigend zijn.

VWO 2. De leerling kan uitleggen waarom natuurwetenschappers aanvankelijk de resultaten van hun wetenschappe­lijk onderzoek beschouwden als bevestigingen voor de opvatting dat de bestaande werkelijkheid Gods perfect doordachte schepping was.

VWO 3. De leerling kan de opvatting uitleggen dat de bestaande werkelijkheid het werk van een superingenieur (God) is.

VWO 4. De leerling kan met eigen woorden het standpunt uitleggen hoe de hypothese ‘God’ een aanvulling is op natuurwetenschappelijk onderzoek.

VWO 5. De leerling kan uitleggen waarom natuurwetenschappers over het algemeen afzien van het inbrengen van de hypothese ‘God’ binnen hun theorie.

H&V 6. De leerlingen kunnen een schets geven van de ontwikkeling van het godsbeeld binnen de westerse wereld vanaf de bijbelse tijd tot nu.

H&V 7. De leerlingen kunnen in vier punten beschrijven wat het geloof in het ‘iets’ inhoudt.

H&V 8. Leerlingen kunnen een beargumenteerde visie op het ‘ietsisme’ geven.

H&V 9. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld de godsdienstkritiek van Feuerbach uitleggen.

H&V 10. Leerlingen kunnen duidelijk maken waarom volgens Feuerbach religieuze beelden en idealen een tweeslach­tig karakter hebben.

H&V 11. Leerlingen kunnen duidelijk maken waarom volgens Marx religiekritiek zich niet beperkt tot het eigenlijke domein van de religie.

H&V 12. Leerlingen kunnen de inzichten van de godsdienstkritiek en de kritiek die op de godsdienstkritiek geformu­leerd kan worden, verwerken in een beargumenteerde positiebepaling ten aanzien van de vraag naar het wel/niet bestaan van God.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie