5 VORMEN VAN ETHIEK

 

ETHISCHE TEST; wat kies jij?

Hieronder staan 42 stellingen.

A         Omcirkel de stellingen waar jij het mee eens bent.

B         Als je dit hebt gedaan, kijk je bij welke letters de door jou omcirkelde antwoorden horen.

C         Zet het aantal keren dat je een letter hebt omcirkeld in het schema.

D         Vul de schema’s in en ontdek welke ethische stroming(-en) het meeste bij je passen en welke juist (helemaal) niet.

E         Typeer m.b.v. de stellingen de in deze opdracht gebruikte 5 verschillende stromingen.
Stellingen

Omcirkel waar je het mee eens bent.

1          Ik leef alleen voor mijn eigen genoegen.

2          Ik wil het zoveel mogelijk mensen naar de zin maken.

3          We moeten voorzichtig zijn met de natuur. Wij zijn de beheerders en niet de eigenaars hiervan.

4          Elke cultuur, plaats en tijd heeft zijn eigen gewoonten.

5          Wetten zijn overbodig, omdat mensen zelf kunnen bepalen wat goed en fout is.

6          Een wet moet je altijd gehoorzamen.

7          Ik wil een beroep waarin ik mijn medemens zoveel mogelijk kan helpen.

8          Een handeling is goed als deze zoveel mogelijk voordeel oplevert voor een zo groot mogelijke groep.

9          Iedereen weet uit zichzelf wel dat je niet de vandaal uit moet hangen.

10        Iedereen moet zelf maar weten wat hij doet, als ze mij maar met rust laten.

11        Pornofilms zijn fout, omdat daarin mensen misbruikt warden.

12        Het wetboek bepaalt voor mij wat ik wel en niet mag doen in de samenleving.

13        Ik vind dat liegen in principe verkeerd is.

14        Hoe meer Luxe, des te beter.

15        Iemand uit Afrika heeft andere normen dan ik. Die normen zijn niet meer en niet minder waard dan de mijne.

16        Je moet alleen die dingen doen, waarvan je vindt dat anderen ze ook mogen doen.

17        Elk mens weet uit zichzelf wat goed en verkeerd is.

18        Arme mensen moet je helpen, omdat iedereen een menswaardig bestaan moet kunnen leiden.

19        Als ik uitga met mijn vrienden, doen we altijd wat de meerderheid wil, want zo hebben de meeste mensen het naar hun zin.

20        Wetten en regels zijn lastig, omdat ze mij belemmeren in het doen van de dingen die ik leuk vind.

21        Er zijn geen vaste normen en waarden. Dat is voor iedereen verschillend.

22        Alles is toegestaan wat niet bij de wet verboden is.

23        Je kunt nooit zeggen dat een ander verkeerd handelt, want waarom zou jij het beter weten dan die ander?

24        Als je iets belooft, moet je dat ook nakomen

25        Ik voel vaak uit mezelf aan of ik iets verkeerd doe.

26        Wie bepaalt wat goed en verkeerd is? Niemand toch? Het is allemaal maarbetrekkelijk.

27        Wanneer ik met mijn daden andere mensen kwets, moet ik die daden achterwege laten.

28        Ik zou niet gelukkig kunnen zijn als ik rand zou moeten komen van het minimuminkomen.

  1. Je mag de belasting best wat oplichten, als dit je goed uitkomt.
  2. Wetten zijn er om de maatschappij goed te laten lopen. Daarom moet je je eraan houden.
  3. Je moet opkomen voor mensen die het slecht hebben, want mensen zijn er om elkaar te helpen.
  4. Mijn hart zegt altijd of ik iets wel of niet moet doen.
  1. De overheid moet wetten maken, die in het belang zijn van een zogroot mogelijke groep.
  2. Als iemand uit je klas iets jat, zeg je daar niks van . Dat moet die persoon toch zelf weten?
  3. 34.       Stelen in een winket doe je niet, dat is toch logisch?!
  1. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet!
  2. Als jouw fiets is gestolen, steel je er niet zelf een terug. Als iedereen dat zou doen , werd het namelijk een rotzooi!
  3. Je moet je belastingaangifte eerlijk invullen, anders benadeel je de maatschappij.
  4. Ik wil later een goede baan, zodat ik veel geld kan verdienen
  5. Je moet niet op vakantie gaan naar Oostenrijk. Daar zit extreem rechts in de regering en willen ze de immigratie van buitenlanders verbieden.
  6. Ik sloop geen spullen van anderen, stel je voor dat iedereen dat zou doen!
  7. 41.       Mensen moeten zich bij hun handelen meer laten leiden door hun gevoel.

 

 

OMCIRKEL DE DOOR JOU UITGEKOZEN STELLINGEN

A:        Stelling    1, 14, 20, 22, 28, 29 en 38.

B:        Stelling    2, 8, 19, 27, 30, 32 en 37.

C:        Stelling    3, 7, 12, 1-3, 18, 31 en 39.

D:        Stelling    4, 10, 15, 21, 23, 26 en 33.

E:        Stelling    5, 9, 17, 25, 34, 41 en 42.

F:        Stelling    6, 11, 16, 24, 35, 36 en 40.

 

TEL HIERBOVEN AANTAL OMCIRKELDE STELLINGEN PER REGEL

EN VUL HIERONDER IN

  Aantal keer omcirkelde antwoorden die horen bij:
A:  
B:  
C:  
D:  
E:  
F:    

 

A = Hedonisme
B = Utilisme
C = Beginselethiek
D = Relativisme
E = Intuitionisme
F = Kantianisme

 

MIJN VOLGORDE IS:

plaats Ethische stroming of benadering
   
   
   
   
   

 

 

OMSCHRIJF (op een los blaadje), MET BEHULP VAN DE BIJPASSENDE STELLINGEN, IN EIGEN WOORDEN WAT DE ESSENTIE IS VAN IEDERE STROMING.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie