Het is natuurlijk de bedoeling dat je al lezend zelf zo’n lijst samenstelt. Hier hebben we een voorlopige lijst gemaakt. Maar die is nog lang niet compleet. Als voorbeeld en ter controle. Deze begrippen horen er echt in thuis.
In je multomap maak je een eigen begrippenlijst. Ieder hoofdstuk bereid je die weer uit. Sla bij ieder begrip 2 a 3 regels over om al lezend in je tekstboek en/of naar aanleiding van de lessen een beschrijving te maken. Om er een beetje structuur in te krijgen werk je bv op 5 blaadjes. Schrijf in de kantleiding het hfdst nr en het blz nr.
1 a t/m e
2 f t/m j
3 k t/m p
4 q t/m u
5 v t/m z
blad 1
A t/m E (blad 1) | |||
d.3a h. 1, p.13 | Antidepressiva | Geneesmiddel ter onderdrukking of voorkoming van depressies. | |
d.3a, h. 1 p.13 | Depressief | Een depressie is een stemmingsstoornis die zich kenmerkt door een verlies van levenslust of een zwaar terneergeslagen stemming. Het wordt vaak beschouwd als een ziekte van de hersenen. Iets in de hersenen functioneert niet goed hetgeen neerslachtigheid als gevolg heeft. | |
d.3a, h. 1, p.104 | Esthetica | Letterlijk ‘leer van de zintuiglijke waarneming’. Het filosofisch denken over schoonheid en kunst. | |
d.3a, h. 1, p.23 | Esthetische levenshouding | De Deense filosoof Kierkegaard onderscheidt een drietal levenshoudingen. De esthetische levenshouding is de eerste, deze is gericht op het uiterlijke. Wat je bent, komt van buiten. | |
Ethiek | leer van, en het denken over, normen en waarden | ||
d.3a, h. 1, p.23 | Ethische levenshouding | De Deense filosoof Kierkegaard onderscheidt een drietal levenshoudingen. De ethische levenshouding is de tweede, deze is gericht op het innerlijk, je leeft van binnen uit. | |
d.3a, h. 1, p.14 | Farmaceutisch industrie | De industrie die de geneesmiddelen tot stand brengt of maakt. | |
Filosofie | wijsbegeerte. een kritisch verantwoorde levensbeschouwing. | ||
blad 2
G t/m J (blad 1) | |||
Grondwaarde | waarde die als richtsnoer wordt gebruikt (waar andere waarden van afgeleid zijn). | ||
d.3a, h.1 p.54 |
Gulden regel | Een regel die je in allerlei culturen tegen komt. Het gaat erom dat je anderen zo behandelt als je zelf ook graag behandeld wordt. Je zet hierbij drie stappen; je redeneert eerst vanuit jezelf, vervolgens van jezelf naar de ander en uiteindelijk gaat het om een oproep om iets te doen om te handelen. | |
Hoofdwaarden | waarden die zowel in een individuele als in een gedeelde levensbeschouwing een belangrijke rol spelen. | ||
d.3a, h.1 p.13 | Indicator | Verschijnsel dat op iets wijst, factor die iets aangeeft. | |
Individu | ieder mens of dier op zichzelf beschouwd, als een zelfstandig deel van een soort. Synoniemen: enkeling, eenling. | ||
Individualisering | individualistisch (nadrukkelijk onafhankelijk van anderen) worden. | ||
Individualisme | een leer (opvatting) die de rechten van het individu boven die van de gemeenschap stelt. Het vóór alles bewaken van de persoonlijke onafhankelijkheid. | ||
blad 3
K t/m M (blad 1) | |||
Kritisch verantwoorde levensbeschouwing | Filosofie, een filosofische levensbeschouwing. Het tegenovergestelde van een dogmatische (d. 1, p. 24) levensbeschouwing | ||
Levensbeschouwelijke vraag | Vragen die voor je levensbeschouwing het belangrijkst zijn. Synoniemen: levensvragen, zinvragen. | ||
Levensbeschouwing | De wijze waarop je het leven beschouwt. | ||
Levensovertuiging | Principes waarnaar iemand zijn leven inricht. Verschijnsel dat op iets wijst, factor die iets aangeeft. |
||
d.3a, h .. p.66 |
Mensbeeld | Voorstelling van het mens-zijn. Over de aard, het wezen of de natuur van ‘de’ mens. | |
blad 4
N t/m R (blad 2) | |||
d.3a, H.1 p.24 | Religieuze levensbeschouwing | De Deense filosoof Kierkegaard onderscheidt een drietal levenshoudingen. De religieuze levenshouding is de derde. Je bent hier niet gericht op het uiterlijk of innerlijk van de mens, maar op wat boven de mens staat, op wat hoger staat dan de mens. |
|
blad 5
S t/m V (blad 2) | |||
d.3a, p.13 | Seroxat | Een merknaam van een antidepressiemiddel, zie ‘antidepressiva’. | |
Subjectief | persoonlijk, afgaande op het eigen gevoel | ||
Tolerantie | één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Het gaat hierbij om verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden. | ||
BLAD 6
W t/m Z (blad 1) | |||
Wezenlijk | essentieel (erg belangrijk zijn), deel uitmakend van het wezen | ||
Zelfbeschikking | het beschikken over, kunnen bepalen van zijn eigen lot, leven, enz. | ||
Tolerantie | één van de vier hoofdwaarden in de Nederlandse samenleving. Het gaat hierbij om verdraagzaamheid tegenover andersdenkenden. | ||
Zelfbewustzijn | zelfbesef dat gepaard gaat met het beself dat ook anderen zich van jou op een soortgelijke manier bewust kunnen zijn | ||
d.3a, h 1. p.13 |
Zelfhulpboeken | Boek met adviezen, oefeningen e.d. om zonder hulp van een therapeut geestelijk, emotioneel of lichamelijk beter te worden. | |
Zelfreflectie | nadenken over jezelf | ||