opdrachtomschrijving werkstuk begrafenisrituelen

Lees eerst de hele opdracht. En hou rekening met de planning en de verschillende inlevertermijnen. Door via SOMtoday de deelopdrachten (je huiswerk voor de komende tijd / tot 12-2-14) in te leveren (verplicht!) kan je docent je huiswerk van commentaar voorzien en nuttige tips geven zodat je werkstuk aan alle eisen voldoet.
(zie ook de opdrachtomschrijving / het stappenplan hieronder) (en het beoordelingsformulier elders op deze site)

PLANNING (VOOR 4Ha & 4Hb)

I inleveren les 2:
Voor je WERKSTUK over begrafenisrituelen die bij een bepaalde traditie passen moet je deze les de volgende zaken bij je hebben (en via SOMtoday ingeleverd hebben):
1 welke levensbeschouwing of cultuur je kiest.
2 de door jou gevonden/gekozen vaak oude en meestal ook verhalende tekst uit die cultuur waaruit hun visie op (leven en) dood naar voren komt (de brontekst).
3 laat je bij je keuzes leiden door je interesse en voorkeur maar ook door de mogelijkheid om informatie te verzamelen; dus geef een overzicht van de door jou al gevonden en gedeeltelijk gebruikte -zie 2- bronnen.

II Inleveren les 3:
1. Maak de samenvatting van de brontekst.
2a. Maak een overzicht van de door jou nog (verder) te beschrijven rituelen en symbolen
2b. en verzamel daar al tekst- en beeldmateriaal bij,
2c. en voeg een overzicht van de tot nu toe gebruikte internetsites en boeken toe (m.a.w. een overzicht van de tot nu toe gebruikte bronnen)
3. 1+2(a.b.c.) via SOMtoday opsturen.

III inleveren les 4:
Voor je aan het werk gaat met de rituelen en symbolen maak je eerst een vergelijking tussen de door jou uitgekozen brontekst en de opvattingen over dood en leven zoals die in de door jou uitgekozen godsdienst of cultuur gangbaar zijn. Zoek op internet op “…..” (je keuze, bv christendom)over leven en dood. Geef aan of en hoe de brontekst en de opvattingen bij elkaar aansluiten op elkaar, elkaar (gedeeltelijk) tegenspreken of een hele andere kijk laten zien.

IV inleveren voor de carnavalsvakantie 
Uiterlijk de laatste dag voor deze vakantie het hele werkstuk via SOMtoday inleveren.
Tijdens de eerste les na de vakantie moet bij het begin van de les ook de geprinte versies ingeleverd worden!
Op deze site staat ook het beoordelingsformulier. Gebruik dit en de hieronder staande opdrachtomschrijving / stappenplan (A t/m N) om te kijken of je aan alle eisen hebt voldaan.

OPDRACHTOMSCHRIJVING / STAPPENPLAN

A) Kies een levensbeschouwing, geloof, cultuur, land of regio. Bijvoorbeeld:
– de Inca’s
– de islam
– christenen (zijn er, net als bij andere godsdiensten, in vele soorten)
– indianen
– hindoes
– theosofen
– vrijdenkers
– Hedonisten of Epicuristen
– Oude Grieken
– de Germanen
– Romeinen
– Etrusken
– het oude Egypte
– de oude Egyptenaren
– de Eskimo’s (…….)
– boeddhisten
– godsdienstig humanisten
– niet godsdienstig humanisten
– antroposofen
– Papoea’s
– Aboriginals (Australië)
– etc. etc. etc. EN MOTIVEER JE KEUZE. WAAROM EN WAT HOOP JE ERVAN OP TE STEKEN.

B.) Neem een of meer gedeeltes uit een of meer bronteksten van de door jou uitgekozen levensbeschouwing, geloof, cultuur,
land of regio.
In die tekst(-en) moet naar voren komen (of moeten voldoende aanknopingspunten zitten over) wat een (van de) visie(-‘s) op de dood die bij die traditie hoort.
Kopieer die tekst(-en), verzameling spreuken of tekst- of verhaalfragmenten of dat verhaal / die verhalen in je werkstuk.
Zet de bron(-nen) erbij.

C.) Vat die visie(-‘s) die uit de teksten naar voren komt (komen) samen in eigen woorden. En laat zien hoe visie en tekst met elkaar samenhangen. Dus verwijs expliciet baar stukjes tekst die je bij B) hebt uitgekozen.

D.) Beschrijf de manier of manieren waarop de door jou onderzochte religie of cultuur tegen leven en dood aankijkt. Wat zijn de gangbare opvattingen? Wat zijn de orthodoxe en minder-orthodoxe standpunten?

E.) Vergelijk de visie (‘s) die je in D beschreven hebt met de inhoud van de bronteksten of met je samenvatting van die bronteksten. Maar dan moet je zeker weten dat die samenvatting goed is.
Zo zijn er 4 posities mogelijk:
– sluiten ze bij elkaar aan,
– sluiten ze elkaar uit,
– overlappen ze elkaar gedeeltelijk,
– verschillen ze van elkaar (m.a.w. laten ze 2 verschillende visies zien op leven, dood, eeuwig leven, reïncarnatie of wat er dan ook van toepassing is.).

F.) Zoek afbeeldingen, passende illustraties, van ca. 6 rituele handelingen die, binnen de door jou uitgekozen levensbeschouwing, gebruikt worden rondom het levenseinde van een mens. Zoek ook bij ieder van die rituelen minimaal een symbolisch object. Verzamel informatie over de achtergronden en betekenis van de rituelen en symbolen. Verdiep je in het achterliggend verhaal.
Benoem en omschrijf de rituelen (het betekenis gevend, oproepend en uitdragend gedrag) in combinatie met de gebruikte symbolen (die altijd naar iets verwijzen; iets uitdrukken).

G.) Gebruik die afbeeldingen en toelichtingen op daarvoor geschikte plaatsen in het werkstuk. Bijvoorbeeld bij I en L of bij B t/m E. En vergeet niet bij die illustraties een toelichting te geven.

H.) Omschrijf in eigen woorden wat een ritueel is.

I.) Beschrijf de belangrijkste begrafenisrituelen . (kan in een kolom; naast een “symbolenkolom”)

J.) En leg hoe die samenhangen met beschreven visie op (het leven en de) dood.

K.) Omschrijf in eigen woorden wat een symbool is.

L.) Nieuw: Beschrijf (bv mbv plaatjes en toelichtingen) de symbolen die bij afscheidsrituelen gebruikt worden.
Oud: Leg de bij die rituelen gebruikte symbolen uit. (kan bv in een kolom naast de “rituelenkolom”)

M.) En leg uit hoe die symbolen samenhangen met de kijk op de dood en de afscheidsrituelen die horen bij de door jou onderzochte en beschreven levensbeschouwing.

N.) Wat heb je voor nieuwe dingen geleerd tijdens het werken aan dit werkstuk?

O.) Wat vind jij van de door jou bekeken traditie?

Hierboven stond wat je moet doen; hieronder hoe je verslag er uit moet zien.

Gebruik een goed leesbaar lettertype: bijvoorbeeld Times New Roman, tekengrootte 11, regelafstand 1. Zorg voor goede kantlijnen en denk aan de perforatiegaten om je werkstuk in een mapje te kunnen doen. Dus  kantlijn links 4 cm; rechts 2 cm.

Als je citeert uit boek of internet site: altijd tussen “aanhalingstekens“ en meteen daarna, tussen haakjes, de bron (hier inclusief pagina nummer of link) die je ook in je bronvermelding aan het eind van je werkstuk vermeldt in een overzicht van alle gebruikte bronnen.

Daar vermeld je al de boeken, tijdschriften, artikelen en internetsites die je gebruikt hebt. Ook die waaruit je niet geciteerd hebt. Op alfabetische volgorde. (Auteur, titel, jaar, uitgever)

Vermeld de internetsites die je gebruikt hebt. Ook die waaruit je niet geciteerd hebt. Op alfabetische volgorde.

Lever zowel de deelopdrachten als het eindresultaat op tijd in via SOM today. Na inleveren via SOM krijg je een bevestiging. Dat is het bewijs dat je ingeleverd hebt.

Lever op de opgegeven datum tijdens de les ook de geprinte versie in (in een snelhechter).

Doe de opdracht en de beoordeling nadat je die hebt teruggekregen, weer netjes en op de goede volgorde in je map levensbeschouwing. Zorg dag je op het eind van het jaar een complete goed geordende map hebt.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie