..euthanasie

Opdracht bij de documentaire “ALS IK DEMENT BEN WIL IK DOOD”. Klik hier om de documentaire te bekijken.

1
Omschrijf in eigen woorden het dilemma dat in de documentaire naar voren komt. En geef aan hoe dat vanuit de volgende posities beleefd wordt:
door Mw Borst / de wetgever
door de patiënt cq de gezonde mens die nadenkt over mogelijk toekomstige ziektes
door de huisarts cq de artsen vereniging (de KNMG)
door de mantelzorger (kinderen of partners die voor een zieke zorgen)
door de Vereniging voor Vrijwillige Levensbeëindiging (de VVVE)
Denk er aan dat artsen niet allemaal het zelfde denken; en de mening van de mantelzorgers hangt natuurlijk ook samen met  de vorm die de ziekte aanneemt. 

2
Lees onderstaande krantenartikelen. We zien even af van de vraag of de wet al dan niet duidelijk is. Kies de positie van het KNMG of die van Mevr. Borst en van Bemmel en beschrijf hoe en waarom een arts moet handelen in een situatie van verregaande dementie bij iemand die een euthanasieverklaring heeft opgesteld.

 

‘Van arts kan niet verwacht worden dat hij demente
‘spijtoptant’ doodt’

Euthanasie uitvoeren bij iemand die daar zelf niet meer om vraagt, kan niet van een arts verwacht worden. Dat stellen Rutger Jan van der Gaag en Lode Wigersma van artsenorganisatie KNMG en Mieke Draijer.

 Dat is de tragiek van euthanasie bij dementie: het is te vroeg of te laat. Voor dit dramatische dilemma is geen eenvoudige oplossing

 ‘Mag een arts euthanasie uitvoeren bij een demente patiënt die in een schriftelijke wilsverklaring heeft aangegeven dat hij euthanasie in deze situatie zou willen, ook al herinnert de persoon zich die doodswens niet meer?’ Ja, stellen sommigen. Neen, zegt artsenfederatie KNMG: euthanasie kan alleen als iemand zijn wens om te sterven nog op enige manier zelf kan uiten. Het antwoord op deze vraag is voor artsen eenvoudig: ‘Omdat artsen alleen maar bij iemand euthanasie kunnen verrichten als ze zeker weten dat iemand ondraaglijk lijdt en een doodswens heeft.’ En dan is het knelpunt: bij mensen in een vergevorderd stadium van dementie is communicatie over de doodswens en het lijden veelal niet meer mogelijk. De KNMG staat op het standpunt dat het onderwerp van de wilsverklaring vroegtijdig en bij herhaling aan de orde gesteld moet worden met de patiënt in de beginfase van dementie. Ook de naasten moeten hierover geïnformeerd worden. Zo kan samen met de arts het juiste moment voor eventuele euthanasie gekozen worden. Dat moment is moeilijk te bepalen en zal vaak komen op een moment dat men eigenlijk te vroeg vindt. Maar wanneer de dementie te ver is gevorderd, er over het lijden niet meer kan worden gecommuniceerd en de doodswens niet meer wordt geuit, kunnen artsen uitsluitend op grond van een wilsverklaring geen euthanasie uitvoeren. Dat is de tragiek van euthanasie bij dementie: het is te vroeg of te laat. Voor dit dramatische dilemma is geen eenvoudige oplossing. Lijden verzachten Laten artsen hiermee hun patiënten niet in de kou staan? Nee, want een arts die geen euthanasie uitvoert, zal nog steeds het lijden van zijn patiënt verzachten. Het is belangrijk dat de arts tijdig het misverstand uit de weg ruimt dat euthanasie op basis van een wilsverklaring mogelijk zou zijn. Daarmee voorkomt hij verkeerde verwachtingen bij de patiënt. Ook de patiënt moet tijdig nadenken over de eigen wensen rond het levenseinde en tijdig het gesprek met de arts aangaan. Dat kan misverstanden en verkeerde verwachtingen voorkomen. Euthanasie uitvoeren bij iemand die daar zelf niet meer om vraagt, kan niet van een arts verwacht worden.

Rutger Jan van der Gaag is voorzitter en Lode Wigersma is directeur beleid van de KNMG. Mieke Draijer is voorzitter van de vereniging specialisten ouderengeneeskunde Verenso

 

KNMG: ‘Beperk euthanasie op dementerenden’

Door: Maud Effting −16/05/13, 06:48

Artsenorganisatie KNMG wil de mogelijkheden voor euthanasie bij dementerenden beperken. Vandaag gaat ze met minister Schippers (VWS) in gesprek over aanscherping van de wet. Een klein deel van de artsen protesteert hiertegen: zij vinden dat wordt weggekeken van het lijden van dementerenden.

Het conflict draait om ernstig dementerende patiënten die niet meer kunnen communiceren. Zij hebben eerder in een wilsverklaring aangegeven in een dergelijke toestand niet door te willen leven. Volgens de wet is euthanasie bij hen toegestaan, maar de KNMG wil dat dit voor deze groep onmogelijk wordt. Bij het overleg van vandaag is ook oud-minister Els Borst aanwezig, opsteller van de oorspronkelijke Euthanasiewet. Borst is het niet eens met de opvattingen van de KNMG en stelt dat de wet ook bedoeld is voor patiënten met een wilsverklaring. Ze noemde de interpretatie van de KNMG eerder ‘teleurstellend’. In 2012 scherpte de artsenorganisatie haar eigen normen al eens aan, zodat deze inmiddels conservatiever zijn dan de wet zelf. De KNMG zegt te willen voorkomen dat patiënten die niet meer kunnen communiceren ongewild euthanasie krijgen. ‘Wij vinden dat de patiënt zijn verzoek zelf moet kunnen herbevestigen’, aldus een KNMG-woordvoerster. ‘Dat mag verbaal of non-verbaal. Het hoeft niet in volzinnen.’ Een van de eisen voor euthanasie is dat de arts ervan overtuigd is dat de patiënt zijn verzoek vrijwillig en weloverwogen doet. Volgens de wet mag dat echter ook als er een schriftelijke wilsverklaring is: die kan de mondelinge verklaring vervangen als de patiënt niet meer in staat is om zich te uiten. Een van de artsen die zich verzet tegen de beperkingen door de KNMG is huisarts Jos van Bemmel. Onlangs riep hij in vakblad Medisch Contact zijn beroepsgroep op tot meer moed. ‘Door de wilsverklaring te respecteren, eren we het gedachtegoed van de patiënt zoals hij in het leven stond, en niet van de mens die niet meer weet dat hij bestaat’, zegt hij.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie