hfdstk 1 begrippenlijst (zonder omschrijvingen)

Het is eigenlijk (uiteindelijk) de bedoeling dat je al lezend zelf zo’n lijst samenstelt. Hier hebben we het al even gedaan. Als voorbeeld en /of ter controle. In je multomap maak je per hfdstk een dergelijk overzicht. Sla bij ieder begrip 2 a 3 regels over om al lezend in je tekstboek en/of naar aanleiding van de lessen een beschrijving te maken. (overigens is zo’n begrippenlijst ook een vorm van een uittreksel).

QUEESTE: is het woord GOD een begrip of een naam?

 titel
LEVENBESCHOUWING

FILOSOFIE

par 1
ECONOMISCH

POLITIEK

MENSELIJK

GELOVEN

HEMEL

par. 2
STANDPUNT

BELANGRIJK

ZIN VAN HET BESTAAN of
BETEKENIS VAN HET BESTAAN

par. 3
GEWONE VRAGEN (of

CONCRETE VRAGEN andere woorden:

zintuigelijk waarneembaar)

LEVENSBESCHOUWELIJKE VRAGEN of

ZINVRAGEN (andere woorden:
gevoel, idee, gedachte, voorstelling, fantasie)

par. 4
WAARDEN

NORMEN

BEWUST (gedrag, gevoel, ideeën)

ONBEWUST (gedrag, gevoel, ideeën)

DENKEN & DOEN

par. 5
WAARDEGEBIEDEN

KUNST

KENNIS / WETENSCHAP

MORAAL / ETHIEK

RELIGIE / GELOOF
GODSDIENST

par. 6
INDIVIDUELE LEVENSBESCHOUWING

GEDEELDE LEVENSBESCHOUWING

HUMANISTEN

AGNOSTEN

ATHEÏSTEN

RELIGIEUZE LEVENSBESCHOUWING

NIET- RELIGIEUZE LEVENSBESCHOUWING

ANTI – RELIGIEUZE LEVENSBESCHOUWING

GODSDIENSTIGE LEVENSBESCHOUWING

NIET- GODSDIENSTIGE LEVENSBESCHOUWING

ANTI- GODSDIENSTIGE LEVENSBESCHOUWING

par. 7
HOOFDWAARDEN

INDIVIDUELE WAARDEN

GEDEELDE WAARDEN

VRIJHEID

GELIJKHEID &

GELIJKWAARDIGHEID

DEMOCRATIE

TOLERANTIE

RESPECT

par. 8
IMPLICIET

EXPLICIET

REFELCTIE

ZELF-REFLECTIE

KRITISCH

 par. 9
FILOSOFEREN

FILOSOFISCHE LEVENSBESCHOUWING

DOGMATISCHE LEVENSBESCHOUWING

ARGUMENT

MAATSTAF

CRITERIUM

MENS

Begrippen leren

Over begrippen leren: soms leer je eigenlijk vaak bijna vanzelf wat een begrip betekent, al doende leer je meestal hoe een woord goed te gebruiken. Impliciet weet je heel veel, maar als je dan opeens gevraagd wordt om uit te leggen wat iets betekend, om je impliciete kennis te expliciteren, dan valt dat soms helemaal niet mee. Om je (jezelf) te helpen bij dat expliciteren is het handig om betekenissen te oefenen. Op internet staan allerlei programma’s die je kunnen helpen met leren. Soms moet je zelf begrippen en omschrijvingen invoeren. Soms heeft iemand (wie? en is het goed gedaan? is het volledig?) het al ingevuld. Hier volgt een voorbeeld voor Hoofdstuk 3 (Jodendom, Christendom, Islam) van je tekstboek.

  1. Een reactie plaatsen

Plaats een reactie